Leerredenen van E.A. Borger. Vijfde Druk. II Deelen. Te Leeuwarden, bij G.T.N. Suringar. 1839. In gr. 8vo. Te zamen XXXIV en 568 bl. f 7-20.
Wie mag er in ons Vaderland wel zijn, die den grooten, den eenigen borger niet kent? Maar allen, die hem bij name kennen, kennen zij hem ook bij geschrifte? Kent hem vooral het groote Publiek te dezen genoeg, en meer bepaaldelijk in en door zijne Leerredenen? De voor ons liggende vijfde druk (een hoogst zeldzaam verschijnsel onder ons, inzonderheid met preekbundels) schijnt deze vragen voldoende en ten genoegen van Vaderland en Christendom te beantwoorden. Maar, er is ongeveer een vijfde eener Eeuw verloopen, dat borger het genadeloon eens waren en warmen Christens verwierf en dit aardsche met het hemelsche Vaderland verwisselde. Een nieuw Geslacht, dat goeddeels borger nog wel slechts van hooren zeggen kent, kwam intusschen tot jaren van onderscheid en kennisse; en - zou de vrome gewoonte onzer Vaderen, om den dag met God en zijn Woord te beginnen, wel zóó algemeen nog in onze Huisgezinnen heerschende zijn? Wij wenschen het. Immers acht uren aan den slaap en twaalf aan beroepspligt gewijd (men ziet wij maken geene onbeleefde onderstelling) laten nog een viertal uren over voor uitspanning en gezellig verkeer: en zou daarvan niet één enkel kunnen en behooren afgezonderd te worden voor God en Zijne dienst? En wie dan, aan oudvaderlijke zeden getrouw, den Bijbel, als hoofdzaak, gaarne afwisselt met eenige andere stichtelijke lectuur, dien kan, onder vele, nevens den onschatbaren Bijbel voor de Jeugd en de meesterlijke Leerredenen van onzen, nu ook in zijne ruste ingeganen van der palm, deze nieuwe, keurige uitgave van borger's uitmuntende Preken, in 1821 voor de eerste maal, onder de verzorging van eerstgenoemden, met eene lezenswaardige Voorrede, (hier almede te vinden) uitgegeven, wel niet anders dan uiterst welkom zijn. Borger leve, en herleve dan bij
voortduring, in het dankbaar aan-