De Minderbroeder, of het Kasteel Vredenburg, oorspronkelijk Verhaal uit den tachtigjarigen strijd met Spanje. II Deelen. Te Dordrecht, bij F. Boekee. 1840. In gr. 8vo. 813 bl. f 7-40.
Dat de Schrijver nagedacht heeft over de eigenschappen, die een Geschiedkundige Roman behoort te bezitten, blijkt uit de Voorrede. Wenschelijk echter ware het, dat hij dit nadenken langer had voortgezet, om daardoor, eer hij dit geschrift uitgaf, met meerdere juistheid te kunnen oordeelen, of hetzelve de uitgave waardig was. Het is voorzeker geene ligte taak ‘groote mannen en vrouwen, wier namen als flonkerende sterren aan den hemel glinsteren, sprekende en handelende voor te stellen,’ op zulk eene wijze, dat ‘wij hunne grootheid van ziel zien ontvouwen, hunne geheimste gedachten en gemoedsaandoeningen ontsluijeren.’ De Schrijver bekent, dat hij zich aan die taak niet heeft durven wagen, en ‘gepoogd heeft, om de gevaarlijke klip, waarop zelfs Schrijvers, in wier schaduw hij niet wil wagen zich te plaatsen, somtijds stranden, te vermijden, door geene groote geschiedkundige personaadjen tot zijne eerste karakters te kiezen.’ Maar daardoor mist het verhaal, ofschoon de Schrijver waarachtige gebeurtenissen in het geheugen heeft willen verlevendigen, die voorstelling van belangrijke personen, welke hij als een vereischte van den Geschiedkundigen Roman had opgegeven. Wat het verhaal als Roman betreft, is de Schrijver een andere alexander, in het losmaken of liever in het doorhakken van knoopen. Om Don pedro d' avila met de Protestantsche maria van ravenrurg te kunnen vereenigen, verandert hij den Spanjaard in eenen Nederlander, die, daar hij als Spanjaard goed Roomschgezind is, zoo spoedig hij ontdekt, dat hij een geboren Nederlander is, gemakkelijk Protestantsch wordt. Moet het verhaal de Protestantsche Godsdienst aanprijzen in tegenoverstelling met de Roomsche, ook dan treft het geen doel; want het bewijst niets, dat den lezer in den Minderbroeder een monnik wordt
af-