Vargas. Een Spaansch Volkstafereel uit de tyden van Koning Fhilips II. Naar het Engelsche Handschrift van Charles Villiers, uitgegeven door L.M. von Wedell. Uit het Hoogduitsch. II Deelen. Te Deventer, bij M. Ballot. 1840. In gr. 8vo. 596 bl. f 5 - :
De naam vargas, die in onze Geschiedenis met bloedige letters geschreven staat, boezemde ons op het eerste gezigt bijna eenen afschrik in van dit werk. Maar wij overtuigden er ons al zeer spoedig van, dat de held van dezen Roman niets dan den naam gemeen heeft met den afschuwelijken voorzitter van alva's bloedraad. De vargas van dit boek is een edele Spanjaard, wiens levensverhaal aanleiding geeft tot levendige schilderingen van het leven en de gewoonten der Spanjaarden in den tijd, dien het voorstelt. Het ontbreekt niet aan beangstigende, maar evenmin aan lachverwekkende tooneelen, waaronder het laatste gedeelte van den Roman niet het minste behoort: de Aartsbisschop van Sevilla, die uit zijn paleis wordt opgeligt, naar elders vervoerd en daar gevangen gehouden, als ware hij een man, die in de hersenen is gekrenkt, en zich in zijne zinneloosheid voor den Aartsbisschop van Sevilla houdt; dit geeft tot menig grappig tooneel aanleiding, waarbij de lezer den valschen en wellustigen Prelaat in het minst niet te zwaar gestraft rekent. De volksopstand der bewoners van Saragossa ter handhaving hunner privilegiën, welke den Roman opent, is fiksch geschilderd; terwijl voorts de onderscheidene menschen, die optreden, edellieden en boeren, alguazils (dienaars) der Inquisitie en herbergiers, geestelijken en muilezeldrijvers, zoo ten tooneele worden gevoerd, dat de titel: een Spaansch Volkstafereel, niets onwaars behelst. De stijl is hoogst onderhoudend. Met één woord, onder de vele uitkomende vertaalde Romans verdient deze eene gunstige onderscheiding; en, schoon de vertaling door enkele onjuistheden ontsierd worde, is zij over 't algemeen zoo, als men ze van den bekwamen S.v.G. verwachten kan.