Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1841
(1841)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 225]
| |
verhaaltrant uitmunten, behoort zeker a. dumas in de eerste plaats, en wanneer men een verhaal of roman van hem in de hand neemt, is men zeker eenige genoegelijke oogenblikken door te brengen. Het eerste gedeelte van dezen roman vooral verdient in dit opzigt hoogen lof, en met onverminderd genoegen las Rec. de hoofdstukken, die den vader van den held en de opvoeding van john davys zelven betreffen. In het latere gedeelte is veel, wat hem minder geviel. Er is eene zekere zucht tot navolging van marryat zigtbaar, en reeds de Fransche beoordeelaars hebben dumas doen gevoelen, dat hij op zee niet overal te huis is. De geschiedenis is ook al te avontuurlijk en loopt te ijselijk af, hetgeen de aanvang weinig vermoeden doet. De belangsteling wordt overigens meestal geboeid en door beschrijvingen en verhalen levendig gehouden. De invoering van byron en peel, in eenen roman als deze, zal wel geen bijval verdienen. Maar, schoon Rec. dus wel aanmerkingen heeft op dit boek, en zelfs groote, zal het toch voor velen eene aangename lektuur opleveren; het verdient daartoe ook wel aanbeveling, al is er op het gedrag van den held vrij wat te zeggen. - Het vignet is niet gelukkig uitgevallen. |
|