ling voor zijn gebruik aangeboden, vooral geene fouten mogen geduld worden. Het spijt ons te moeten zeggen, dat de verzameling van formulen, hier voorkomende, nog al wat te wenschen overig laat. Vooreerst is de uitvoering slordig; verscheidene exponenten staan niet op hunne plaats, hetwelk den minder geoefenden leerling noodwendig in twijfel
moet brengen; ook zijn de verklaringen niet duidelijk; maar, hetgeen erger is, en den uitgever niet kan geweten worden, er worden fouten in gevonden. Wij zullen de meest in het oog loopende kortelijk aanwijzen. In de formulen voor de conchoïde is de uitdrukking van het eerste differentiaal-quotient niet goed; terwijl men bij de uitdrukking voor den inhoud wel had mogen zeggen, tusschen welke limieten geïntegreerd is geworden. Bij de behandeling der logarithmische kromme is de formule voor den boog niet goed; de constante schijnt hier bepaald te zijn voor X = 0 of y = 1. Opmerkelijk is het, dat dezelfde fout in de integraalrekening van schmidt gevonden wordt; zoodat wij hieruit en ook uit den vorm der overige formulen mogen besluiten, dat de Schrijver voornamelijk de werken van scmidt geraadpleegd heeft. Dit zoo zijnde, had de Schrijver, om zijne eigene woorden te gebruiken, onder de bescheidenlijk opgegevene auteurs, door hem geraadpleegd, ook wel den naam van den verdienstelijken schmidt mogen stellen. Tot de hyperbolische spiraal overgaande, vinden wij voor den inhoud, tusschen de grenzen, door den Schrijver opgegeven, eene andere formule, dan in het boekje is aangewezen; en, zonder ons te veel aan te matigen, durven wij zeggen, dat de hier opgegevene uitdrukking niet goed is. De integraalrekening van schmidt opslaande, vinden wij daar dezelfde formule en dezelfde fout, als ons hier voorkomt. De Schrijver is met de hyperbolische spiraal niet gelukkig; want ook de geintegeerde uitdrukking voor den boog (ofschoon men niet zegt, hoedanig de constante bepaald is) is niet goed: hier ligt de schuld niet bij schmidt, maar bij den Schrijver, die maar blindelings