Kortbondig ondersoeck en berigt, strekkende tot een regtskundig bewijs, dat de hedendaegsche saemenkomsten en oeffeningen van de zoogenaemde fijnen ongeoorloft zijn; en diensvolgens door de tijdelijcke Overigheit geweerd en de halsterrige over haere ongehoorsaemheit naer bevinden gestraft en tot haeren pligt gebragt behoren te werden. Door Mr. Johan Schrassert. Vierde Druk. Te Groningen, bij J. Römelingh. 1836. In gr. 8vo. 66 bl. f :-50.
Een stukje van het jaar 1742, waarvan ‘eene nieuwe uitgave, zonder verandering van taal of spelling,’ aangeboden wordt, alleen met uitlating van eenige persoonlijke bijzonderheden, den Schrijver zelven betreffende. Hetzelve toont het ongepaste en ongeoorloofde van zulke separatistische zamenkomsten aan, als te dien tijde, bijzonder, zoo het schijnt, in Gelderland, plaats hadden; en het grondt zich daarin ‘op dese vijf grondslagen, de Forme van de Gemeente, de ordre van de Kerck, het gevaer van den Godsdienst, het nadeel van het Burgerlijcke, de Wetten ende openbaere Ordonnantiën van den Lande.’ - Ofschoon nu hier wel veel noodelooze geleerde omhaal is, alle hier voorkomende bewijzen en manieren van redenering niet even zeer geldig zijn, en de thans anders gewijzigde betrekking van Kerk en Staat de bewijsvoering uit het vorige niet allezins toepasselijk maakt, is er nogtans ook het een en ander in, dat nog wel behartigd mag worden door ‘alle,’ (gelijk in de oude editie van het Avond-