Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831
(1831)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijWapenzang voor Neêrlands jongelingschap. Door J. van Walré.Ga naar voetnoot(*)Hoort ge, echt Nederlandsche knapen,
Onverbasterd, fier geslacht,
's Konings kreet: te wapen!... wapen!
Hoort gij 't oproer? blijft niet slapen;
Beeft voor d' afgrond, die u wacht!
Hoort de muiters en verraders
Vloeken op de deugd uws Vaders;
Ducht den walm dier helsche pest!
Laten wij, als brave zonen
Van ons fel geschokt gewest,
Vader willem trouw betoonen,
Die op 't volk zijn hope vest!
Koor.
Achten wij dit broze Leven
Slechts een los, onzeker pand,
Om met roem het weêr te geven
Voor 't Vaderland.
| |
[pagina 685]
| |
Ziet gij zich de vlam verheffen
Van 't verwoestend moordgeweld?
Makkers, eer zij ons kan treffen,
Laat ons moedig hart beseffen,
Wat dat pestvuur ons voorspelt!
Gordt het krijgszwaard aan, mijn broeders,
Voor uw' Vorst, uw vaders, moeders;
Vreest gevaar, noch staal, noch lood!
Kon, in rust, uw moed niet blijken,
Op! nu Neêrland is in nood;
Staat! en, zoo gij moet bezwijken,
Ware glorie volgt uw' dood.
Koor.
Achten wij enz.
Waakt, volhardt, mijn medgezellen!
Aarzelt niet om leed of last;
Wat zich u moog tegenstellen,
Wat u dreigen moge of kwellen,
Houdt de palmboomtakken vast!
Ware moed groeit, in gevaren,
Tegen rampen en bezwaren,
Geeft den jongling heldenkracht;
Zonen, die 's lands erf bevrijden
Van des vijands woeste magt,
Kroonen, sneuvlende in dat strijden,
Roemrijk hun geheel geslacht.
Koor.
Achten wij enz.
1830. Nov. Makkers! nog eens aangeheven,
Tot een heilig huldeblijk,
Voor den Zeeman, die zijn leven
Grootsch ten offer heeft gegeven,
Voor den jongen Held van speyk!
Schittert Claessens' moed en glorie
Onverflaauwd in 's lands historie,
Ook van speyk voegt eeuwige eer:
Eer hij Neêrlands vlag zie schenden,
Werpt hij 't vuur in 't buskrnid neêr...
't Vlamt... en schip en rooverbenden
Dondren op, en... zijn niet meer!
| |
[pagina 686]
| |
Koor.
Broeders! acht zoo 't jeugdig leven
Ook een los, onzeker pand,
Om, als hij, het prijs te geven
Voor 't Vaderland.
1831. Feb. |
|