| |
| |
| |
Hangende wegen, uitgevonden door Maxwell Dick.
Onder de uitvindingen, die het menschelijk vernuft eer aandoen, staat de toepassing van den stoom op alle middelen van vervoer, zoo te water als te land, ongetwijfeld op den voorgrond. De stoombooten kunnen ons met voldoenden spoed doen reizen, en de stoomrijtuigen, die in Engeland met zulk een' goeden uitslag zijn toegepast, gaan met ongeloofelijke snelheid van de eene plaats naar de andere. Het ontbrak er echter nog aan, om, met genoegzame zekerheid door de lucht reizende, in eene regte lijn van de eene plaats naar de andere te kunnen komen. De Heer maxwell dick heeft, door eene zeer vernuftige vinding, ook hierin voorzien.
In de Bibliothèque universelle van Nov. 1830, p. 323, vindt men een uittreksel uit eene Memorie over hangende ijzeren wegen, uitgevonden omstreeks de helft des jaars 1830. Wij zullen daarvan een kort overzigt trachten te geven.
De buitengemeen goede uitslag, welken men verkregen heeft door het vestigen van een' ijzeren spoorweg voor de stoomrijtuigen, tusschen Manchester en Liverpool, heeft de oplettendheid van alle Engelsche Ingenieurs tot zich getrokken, vooral ook met opzigt tot de middelen, om deze inrigting gemakkelijk te maken, en er de kosten van te verminderen; kosten, welke zeer belangrijk zijn, uit hoofde der verschillende uitgravingen en ophoogingen, welke er noodig zijn, om den weg nagenoeg horizontaal te maken. Het is op dit punt, dat de Heer dick zijne gedachten gevestigd heeft. Hij vermeldt de omstandigheden, die hem tot de vinding van een' hangenden ijzeren weg gebragt hebben, op de volgende wijze: ‘Nadat er in Maart 1827 ongemeen veel sneeuw gevallen was, werd de gemeenschap daardoor gedurende verscheidene dagen gestremd; en toen was het, dat de gedachte van een' hangenden ijzeren spoorweg (suspension railway), op de manier der gewone ijze- | |
| |
ren spoorwegen, zich voor het eerst aan mij voordeed. Ik stelde toen een model van mijn plan daar, en deed mijne eerste proeven met een rijtuig in den vorm van een vaartuig, zoodanig als het aan het oordeel van het publiek wordt aangeboden. De uitkomst dezer proeven zeer voldaan hebbende, besloot ik, dezelve op eene grootere schaal te herhalen. Ik rigtte eene lijn op van dragers, ter lengte van twee mijlen, op een landgoed van den Hertog van portland. Van den eenen pijler tot den anderen spande ik een dubbel touw, dik ½ duim, rustende op de daartusschen staande dragers. Ik plaatste vervolgens daar het rijtuig op, en, hetzelve in beweging gesteld hebbende, door middel van een' kaapstanderd, aan een der uiteinden geplaatst, deed ik hetzelve de twee mijlen in vier minuten tijds doorloopen. Het rijtuig woog 12 pond; de middellijn der raderen was 2½ duim, en de wrijving moet zeer
groot zijn geweest, in aanmerking nemende de ruwheid en ongelijkheid van het touw,’ enz.
Gaan wij thans over tot de verklaring der uitvinding van den Heer dick.
Bij het oprigten van een' hangenden ijzeren spoorweg is het eerste vereischte, om de bepaalde lijn in gedeelten, of stations, op een' gelijken afstand van elkander, te verdeelen. Deze verdeeling wordt in het algemeen gesteld op 5 mijlen (Engelsche) van elkander. De wissel-of rustplaatsen worden die punten genoemd, alwaar de trekkende of bewegende werktuigen geplaatst zijn. De aard van het terrein, waarover de weg loopt, doet niets tot de zaak, dewijl de weg, door middel der steunende pijlers, over rivieren, moerassen, muren, ja zelfs over geheele gehuchten, kan gaan. Wanneer de lijn nu eenmaal vast bepaald is, moet men er stevige gemetselde pijlers in oprigten, op een' afstand van vijftig yards (de yard = 0 el, 91) van elkander, en tusschen deze pijlers jukken van gegoten ijzer, op een' afstand van 10 tot 10 yards, welke dienen om den hangenden weg te ondersteunen en de golvende beweging te verminderen.
| |
| |
De pijlers en jukken eenmaal gesteld zijnde, moet men vervolgens bogen van gegoten ijzer oprigten, gemaakt naar den vorm van het rijtuig, en zoodanig, dat hetzelve daar ongehinderd kan doorloopen. De werkende kabel gaat over den hals eener schijf, die boven in den sleutel van den boog geplaatst is. De beide sporen (rails) moeten onbewegelijk rusten op de halzen van schijven, welke inwendig tegen de regtopstaande gedeelten van den boog uitspringen.
De nevensstaande figuur stelt het profil voor van een' der pijlers met den gegoten ijzeren boog, en het rijtuig, zoo als het daaronder doorgaat.
a b c d de steenen pijlers, op 50 yards van elkander. |
e f g h i de boog van gegoten ijzer. |
k de schijf of katrol in den sleutel van den boog. |
l m en n o de beide ijzeren sporen, zijnde aan iedere zijde twee sporen in hetzelfde vertikale vlak, van best gesmeed ijzer, en door gegotene ijzeren steunders (voussoirs) met elkander verbonden. |
p l en q n de wielen, waarop het rijtuig rust, en zich over de bovensporen l en n beweegt. |
m r en o s de onderwielen, die het rijtuig in een' onveranderlijken stand moeten houden. |
De hangende sporen moeten van het beste ijzer gemaakt zijn, en gesmeed worden in staven, van eene voldoende lengte, om de te menigvuldige verbindingen te vermijden. Buitendien moeten deze staven zoodanig met en in elkander vereenigd worden, dat het een volmaakt gelijk ligchaam uitmaakt over de geheele lengte des wegs. Er moeten twee sporen in hetzelfde vertikale vlak zijn, aan elkander verbonden door steunders van gegoten ijzer. Het hangende rijtuig zal op het bovenste spoor rusten, met vier uitgehoolde wielen (roues è gorges), en hetzelve moet onveranderlijk in deszelfs stand gehouden worden door vier zekerheidswielen, welke onder het tweede spoor geplaatst zijn, zoodanig, dat, hoe de snelheid ook moge zijn, het rijtuig nimmer buiten de sporen kan geraken.
| |
[pagina t.o. 462]
[p. t.o. 462] | |
| |
| |
De uitvinder heeft bevonden, dat de beste gedaante, welke aan de rijtuigen kan gegeven worden, die is van een vaartuig met een hoog boord en spits aan den steven toeloopende. De werkende kabel, zeer stevig voor aan het rijtuig vastgemaakt zijnde, moet over verplaatsende schijven heenloopen, en zich oprollen op het rad van een' klemmenden kaapstanderd (cabestan à engrenage), welke aan de nabijgelegene wisselplaats gesteld is. - In de onderstelling van een' dubbelen weg, kan de werkende kabel twee rijtuigen te gelijk in tegenovergestelde rigtingen bewegen. Dit is gemakkelijk te begrijpen, indien slechts dezelfde kabel, die voor aan het eene rijtuig is, achter aan het andere wordt vastgemaakt.
Het werktuig, dat de beweging moet voortbrengen, en op iedere station van 5 mijlen veranderen moet, is zijdelings van den weg gesteld. Hetzelve kan naar verkiezing in beweging worden gebragt, het zij door menschen, den kaapstanderd draaijende, (wanneer er slechts ligte rijtuigen over den weg gaan) het zij door paarden, of zelfs door stoom, wanneer de weg bestemd is, om zware lasten over te brengen.
De kosten voor elke mijl van zulk eenen weg zijn algemeen berekend op 1395 pond st. 10 schell. 6 p., terwijl de ijzeren spoorweg tusschen Liverpool en Manchester berekend was op 4500 pond st. per mijl, zoodat een hangende weg veel goedkooper zoude zijn.
De mindere kosten zouden echter het eenigste voordeel dezer wegen niet zijn.
1o. wint men in den afstand en in den tijd; want de weg over rivieren en andere hindernissen heengaande, neemt dezelve den kortsten afstand, zonder ergens door opgehouden te worden. Geen tunnel noch bestrating enz. heeft dezelve ergens noodig.
2o. neemt de hangende weg de groote verhinderingen weg, welke meestal ontstaan door de verpligting, om de toestemming der eigenaars te verkrijgen, ten einde eenen weg door hunne eigendommen te brengen. De uitvinder vleit zich, dat niemand de oprigting van en- | |
| |
kele pijlers en jukken op zijne gronden zoude weigeren, dewijl ze, eenmaal gebouwd zijnde, tot verfraaijing van het midden van een park zouden kunnen strekken.
3o. is het voornaamste voordeel van deze nieuwe manier de ongemeene snelheid, waarmede de rijtuigen zich kunnen bewegen, zonder het minste gevaar, dat de raderen uit de hangende sporen kunnen geraken. De Heer dick meent, dat hij het niet vergroot, wanneer hij zegt, dat ligte rijtuigen, bewogen door een' verbeterden kaapstanderd, eene mijl in de minuut zullen kunnen doorloopen.
De steller van het artikel in de Bibliothèque universelle meent zich niet te moeten veroorloven, zijn bepaald gevoelen te zeggen over deze uitvinding. Dezelve komt hem echter niet zoo vreemd voor, als ze misschien aan de meeste lezers zal toeschijnen. Ook mij komt dezelve niet zoo wonderlijk voor, dat ik niet eene werkelijke uitvoering, ook in ons Vaderland, van dezelve zou mogelijk achten. De gewone ijzeren spoorwegen zullen, door de gesteldheid van ons land, nimmer van eene goede toepassing kunnen worden, immers niet in de meeste streken; maar de hangende ijzeren spoorwegen storen zich aan geene plaatselijke omstandigheden.
Wie weet, dus besluit de steller van het medegedeelde artikel, of men niet, wanneer men eenmaal gewoon zal zijn, om door de lucht te reizen, aan de hangende wegen de voorkeur geven zal boven alle andere middelen van vervoer, als veel zekerder en sneller dan eenige andere?
Hoe dit zij, en hoedanig men ook oordeele over deze oppervlakkige beschrijving, welligt geeft dezelve aanleiding tot andere en betere gedachten, of tot toepassing op andere zaken; want de tijden zijn voorbij, waarin alles, wat nieuw was, veroordeeld werd, alleen omdat het nieuw was. Wij leven in een tijdperk, (hoe ook geslingerd door staatkundige gebeurtenissen) waarin de kunsten en wetenschappen reuzenschreden hebben gedaan, en nog steeds voorwaarts streven.
F.W.C.
|
|