Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831(1831)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een wenk voor oorlogzuchtige Franschen en Belgen. (Vóór den slag.) Een Soldaat. Wel, kameraad! dat wordt weêr vast een heete dag. Hoort gij het grof geschut wel knallen? Er zullen, denk ik, spaanders vallen; En waar gehakt wordt, daar betaalt men vaak 't gelag. Een andere. Het zij zoo: vroeg of spade in 't graf, Slechts rijp valt de appel toch eerst af. (Na den slag.) De Soldaat. Wel, kameraad! dat was eens weêr een heete dag, Dien 'k (onder ons gezegd) niet gaarne wederzag. Maar apropos, weet gij mij ook soms uit te leggen, Waarvoor wij eigenlijk toch vechten? Want, ja, kijk..... De andere, hem in de rede vallende: Waarvoor?... waarvoor?... Wel, op mijne eer, gij hebt gelijk! Dat moet ons, zoo hij 't weet, de Luitenant eens zeggen. Vorige Volgende