Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831
(1831)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijTweede Waarneming.De Heer l......n, 20 jaren oud, insgelijks van eene klierachtige gesteldheid, klaagde den 4 September 1827 over eene gonorrhoea. Bij het onderzoek werden er nog twee zweren gevonden, ter wederzijde van het frenulum. Nevens een streng diëet en vermijding der buitenlucht, schreef Dr. hacker, den 5 Sept., 1/6 grein daags van den Hydrarg. oxydul. nigr. in klimmende giften voor, ten einde een' ligten speekselvloed te verwekken. Deze ontstond op den vierden dag, wanneer er derhalve 4/6 grein ingenomen was. Na 10 dagen was de kwaal, tot op de overblijvende roodheid der likteekens na, genezen. Om deze te verdrijven, werd er 1/10 grein van den rooden Praecipitaat voorgeschreven. Bij de eerstvolgende bezoeken was de lijder niet te huis; den 14 Oct. bezocht hij zelf zijnen Arts. Gedurende al dien tijd had de lijder noch geneesmiddelen ge- | |
[pagina 315]
| |
bruikt, noch zijn dieet gehouden, maar zich op het laatst tot het buitensporige toe te buiten gegaan, en zich dagelijks tot diep in den nacht aan het ruwste weder blootgesteld. De zweren waren weder opengebroken; er had zich een vlechtvormig uitslag over het gansche scrotum uitgebreid; de keelholte was levendig rood, en aan de amandelen vertoonden zich twee zeer pijnlijke zweren. Nu werd dan ook, met het allerstrengste dieet, het Decoct. Zittmanni voorgeschreven. Dr. hacker stelde daarbij den lijder de afgrijselijke gevolgen zijner ziekte bij herhaling met de sterkste kleuren voor oogen; en het is waarschijnlijk, dat hij zich gedurende de kuur, welker kortheid hem niet onbehagelijk voorkwam, vrij stipt aan den leefregel gebonden hebbe. Er volgden, gedurende dezelve, doorgaans dagelijks vijf of zes stoelgangen, met ongemeen veel zweet; doch in de pisontlasting was weinig of geene verandering waar te nemen. Na den afloop der kuur waren al de ziekteverschijnselen verdwenen; doch kort daarna openbaarden zich op nieuw pijnen in de keel, die, wekelijks verdwijnende en terugkomende, naarmate de lijder zich meer of min aan het ruwe weder blootstelde, tot Februarij aanhielden. Gedurende dezen tijd werd er, hoezeer de lijder de kwik verlangde, niets voorgeschreven, dan eenige drachma's Sal Ammoniac in Aq. Ceras.; doch den lijder dringend aanbevolen, om zich aan geene nieuwe verkoudheden bloot te stellen. Hoezeer ook dit laatste voorschrift slecht werd opgevolgd, is de lijder evenwel sedert Februarij 1828 volkomen gezond gebleven. Behalve het nut van den drank van zittmann in deze beide verouderde en verwaarloosde gevallen, wordt tevens duidelijk bewezen, hoe moeijelijk het is, om jonge en ligtzinnige personen duurzaam aan den strengen leefen eetregel te binden, die bij de behandeling van syphilitische ziekten steeds zoo zeer vereischt wordt, vooral wanneer die behandeling langdurig zijn moet, gelijk altijd het geval is bij het toedienen van kwikmiddelen. Daar nu de kuur met het Decoctum Zittmanni | |
[pagina 316]
| |
veel spoediger afloopt, en de lijders volstrekt verpligt tot het houden van een goed dieet en het verblijf in eene gelijkmatige en warme temperatuur, is dit een tweede voordeel, aan dit laatste middel verbonden. De mededeeling van de overige waarnemingen van Dr. hacker zoude kunnen strekken, om het gestelde nog sterker te bevestigen; doch wij hebben ons dit, gelijk gezegd is, tot eene nadere gelegenheid voorbehouden. Wij mogen hier evenwel in 't algemeen bijvoegen, dat het middel dezen Geneesheer nimmer bedrogen heeft, en dat er geene recidiven gevolgd zijn, hoezeer de lijders de kuur slechts eene enkele maal hadden doorgestaan. Wanneer ook alle toevallen niet altijd onmiddellijk te eenemale na dezelve geweken waren (zij duurt 10 dagen), werd er evenwel slechts eene korte en ligte nakuur gevorderd, om de heilzame nawerking van het Decoctum te versterken, en alle sporen van het lijden te verdrijven. Deze nakuur bestond hier (gelijk ook chelius dit voorschrijft) doorgaans in het drinken van eene Salsaparillenthee, en in het aanhoudend verblijf in eene warme en gelijkmatige temperatuur, gedurende eenige dagen na de eigenlijke behandeling. Eene enkele maal slechts gebruikte Dr. hacker daartoe 2 greinen Aurum natro-muriaticum, als insmering in de tong in zeer gebrokene giften aangewend. Ook de proeven, door hem met dit Decoctum tegen de oorspronkelijke Syphilis genomen, leverden bewijzen op van de gunstige uitwerkselen, welke men evenzeer in deze gevallen door dit middel verkrijgen kan: ook hier werd slechts eene geringe nakuur gevorderd, om de genezing te voltooijen. De beroemde theden, waarvan wij reeds melding maakten, prijst, in het boven aangehaalde werk, eene hem eigene manier van toediening des SublimaatsGa naar voetnoot(*) zeer | |
[pagina 317]
| |
sterk aan: hij roemt dit middel, als het beste onder alle kwikmiddelen, om de Syphilis te herstellen; doch erkent evenwel, dat er, na eene schijnbaar volkomene genezing dezer ziekte door hetzelve, dikwijls instortingen plaats hadden, 't welk hem genoodzaakt had, zijne lijders steeds aan eene nakuur te onderwerpen, bestaande in de toediening van de Kwikoplossing van plenck, in eene hoeveelheid, welke met die van den gebruikten Sublimaat in bepaalde evenredigheid stond, waarna hij den lijder nog 2 of 3 weken bloedzuiverende dranken innemen, een strikt dieet houden, en in de zaal der genezenden verblijven deedGa naar voetnoot(*). Deze methode, hoe proefhoudend zij hem ook door zeer menigvuldige en langdurige ondervinding gebleken was, heeft evenwel in enkele gevallen gefaald. Doch hij zelf erkent, dat de behandeling met het Decoctum Zittmanni van een' meer gewissen uitslag gevolgd wordt. Men hoore hem daaromtrent zelf. Na gezegd te hebben, dat de ware uitvinder van dit middel eigenlijk niet bekend is, maar dat hij daarmede door den achtingwaardigen Hofraad pröbisch, Regimentschirurgijn, die hetzelve Decoct. Zittmanni noemde, was bekend geworden, verhaalt hij, ‘dat pröbisch met een' persoon van aanzien, die toenmaals sedert 30 jaren aan menigvuldige syphilitische verschijnselen had geleden, en drie malen vergeefs een' speekselvloed had doorgestaan, naar Carlsbad gereisd was. Ook het dagelijksch gebruik van het bad aldaar baatte niets. Pröbisch sprak toen toevallig met Dr. zittmann over dezen lijder, die hem raadde, om hem 36 flesschen van het genoemde Decoctum te doen innemen. Dit geschiedde, en de bijna opgegeven lijder genas volkomen. Pröbisch (dus vervolgt theden) wendde dit middel tegen vele andere zamengestelde of ingewikkelde syphilitische ziekten met veel nut aan, en ik heb evenzeer de bijzondere uitwerking daarvan in dergelijke gevallen, waar alle kwikmiddelen te ver- | |
[pagina 318]
| |
geefs waren aangewend, zeer dikwijls ondervonden.’ Hij zegt ten slotte, dat hij nimmer eenige nadeelige gevolgen van deze kuur gezien heeft; en dat dezelve, als men, bij een zeer verouderd en ingeworteld lijden, waar alle toevallen niet volkomen met de eerste kuur zijn geweken, de verdere herstelling niet op de bloote nawerking van het middel, door de Salsaparillenthee bevorderd, wil laten aankomen, gerustelijk na zes of acht dagen kan herhaald worden, wanneer zij niet nalaat den lijder geheel te herstellenGa naar voetnoot(*). (Aangeh. werk, bl. 11-14.) Dit laatste zoude ik door eigene ondervinding kunnen bevestigen. Meermalen ben ik getuige geweest van de schadeloosheid der herhaling van de kuur voor het gestel des lijders, terwijl alle ziekteverschijnselen daardoor volkomen uitgeroeid zijn geworden. Een zeer treffend voorbeeld is mij daarvan in mijne burgerpraktijk voorgekomen, waar eene duurzame herstelling is bewerkt door de dubbele aanwending dezer kuur, bij een verouderd lijden van klierachtig-rheumatischen aard, met syphilitische complicatie, (het waren hardnekkige kliergezwellen en verzweringen, met koperkleurig en schilferachtig huiduitslag en zwervende pijnen verbonden) waartegen vooraf alle gepaste middelen lang, doch volstrekt vruchteloos, beproefd waren. Van deze dubbele kuur, die binnen weinig meer dan eene maand was afgeloopen, zijn twee achtingwaardige Geneesheeren dezer stad oplettende en naauwkeurige getuigen geweest. Bij nadere gelegenheid hoop ik dit geval in 't breede mede te deelen. Hopende mijnen Recensent en het geneeskundige publiek hierdoor nader van het nut eens middels overtuigd te hebben, dat, onder een goed bestuur, inderdaad vele hopelooze lijders hunne gezondheid en het verloren genot huns levens kan teruggeven, stem ik overigens van harte toe, dat het inderdaad schaden kan, wanneer het door iemand wordt aangewend, die noch den aard der kwaal, noch den staat der krachten, noch den toestand | |
[pagina 319]
| |
van de gevoeligheid der spijsverteringswerktuigen, in een gegeven geval, weet te waarderen. Zulk eenen, maar ook zulk eenen alleen, hij heete dan Arts of niet, roep ik, met den Recensent, ten ernstigste toe: Abstine, niet si methodum nescis, maar quia methodum nescis! |
|