Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831(1831)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Ter eere van den edelen, manhaften Van Speyk. Her muitend België valt Neêrland trouwloos aan. De Schelde wemelt straks van talrijke oorlogskielen, Door Nederland bemand met onverschrokken zielen. Van Speyk gebiedt op ééne: een bulderende orkaan Bestookt ze: 't anker slipt; zij strandt voor Antwerps wallen. Geen nood: er is bestand: men zal haar hulpe biên. Neen: 't woedende gespuis heeft nooit bestand ontzien, En weet ook nu alleen van eerloos overvallen. Het vliegt aan boord; het schreeuwt: geef over! strijk uw vlag! - Nooit! roept de held; de hulk, bestemd om 't land te dekken, Zal nimmer u ter prooi' tot zijn bestrijding strekken. Neen: eer verdelg ik haar, door één' gewissen slag. En zou uw schandboei ooit mijn vrije vuist beknellen; Ik uw mishandling, in uw' kerker, lijden? Neen: Ik red mijne eer en trouw, en wreek me aan u meteen. Hij roept zijn' manschap toe, den zekren dood te ontsnellen; Hij vliegt, ontsteekt zijn kruid, en schip, en Belg, en held, 't Is, in één' oogwenk, all' verbrijzeld door den donder. Als ster van d'eersten rang ging hij met luister onder. Ach! waarom werd zijn lijk verzwolgen door de Scheld'? Geen nood! Eene eerzuil rijze, en Nederlands historie Verkondige aan 't heelal zijn' naam, zijn feit, zijn glorie! adr. stolker. Vorige Volgende