lijden van Jezus reeds geschreven of vertaald is, een werk, hetwelk de genoemde hoofdgebreken heeft, op onzen bodem over te brengen. Maar daarenboven munten de ontwerpen van muslin, zelfs in hunne soort, en naar de Duitsche predikwijze beoordeeld, nog niet eens uit. Veelal missen wij de eenheid, zoo dat ééne en dezelfde schets eigenlijk het geraamte uitmaakt van twee zeer ongelijksoortige leerredenen. Bij voorbeeld, in het tweede of veranderde ontwerp over Jezus voor de wereldlijke regtbank, naar Luk. XXIII:1-16, vinden wij behandeld, in het eerste deel: Jezus voor Pilatus, hoe hij daar behandeld wordt, het gedrag en karakter van Pilatus; welk deel besloten wordt met eene bestraffing, in acht artikelen, van zulke menschen, die in gedrag en karakter aan Pilatus gelijk zijn. Het tweede deel van dit zelfde ontwerp voert tot opschrift: Herodes en Pilatus vrienden. Zij waren te voren vijanden geweest, maar 1. werden nu vrienden ten koste van Jezus. Dus het was geene Christelijke, geene menschelijke verzoening. Zonderling slaat daar nu op, 2. Jezus was aanleiding, dat twee vijanden weder vrienden werden; zoo kan en moet de gedachte aan Jezus alle vijandschap uit de harten verbannen, en vriendschap en liefde stichten. - Over de wijze, waarop de schrijver sommige omstandigheden van Jezus' lijden verklaart, willen wij, bij zoo veel verschil van gevoelens, niet twisten. Het werk schijnt ook reeds van te oude dagteekening, dan dat in hetzelve in allen deele gebruik zou gemaakt zijn van de vorderingen der bijbelsche uitlegkunde in onzen tijd. Maar in een werk, dat aan ons publiek, aan jonge leeraars en aan Christelijke huisgezinnen als eene gepaste lektuur wordt aangeboden, mogen wij toch met eenig regt verwachten en vorderen, dat in hetzelve niets voorkomt, hetwelk den door zoo vele voortreffelijke schriften verfijnden smaak moet mishagen of
kan bederven. Bij hetgeen muslin zegt over Jezus' lijden in Gethsemane en den uitroep aan het kruis: Mijn God, waarom hebt gij mij verlaten? geeft de vertaler in zijne aanteekeningen