| |
Hertog Bernhard van Saksen-Weimar-Eisenach's Reize naar en door Noord-Amerika, in 1825-1826. II Deelen. Met Kaarten en Platen. Te Dordrecht, bij Blussé en van Braam. In gr. 8vo. Te zamen 982 bl. f 8-80.
Met eene zonderlinge, genoegelijke gewaarwording vatten wij de pen op, om dit werk te beoordeelen. De Schrijver van hetzelve is op dit oogenblik in de voorhoede onzer dapperen, die 's lands eer en regten tegen den ellendigsten, lafhartigsten en tevens domsten en leugenachtigsten vijand hebben verdedigd; en hij heeft daarbij de uitstekende, bijzondere goedkeuring van dien Held ontvangen, die in eenen tiendaagschen veldtogt twee legers geslagen en bijna drie gewesten veroverd
| |
| |
heeft, en die stellig geheel België binnen nog ééne week zou hebben doen bukken, zoo niet het jammerlijke Engelsche Ministerie, de waardige Bondgenoot der Belgen, in vereeniging met het revolutionaire Frankrijk, onze bevolking van derdehalf millioenen, die reeds vierdehalf millioenen Belgen overwonnen had, met eene magt van vijftig millioenen menschen bedreigde! Dat zijn Helden! dat heet grootmoedigheid! Terwijl de laffe leopold van Saksen-Koburg zich van angst niet weet te bergen, en, even als een schuwe vogel, van plaats tot plaats vliegt, tot dat hij eindelijk in het hoofdkwartier van zijnen voormaligen mededinger nemours veiligheid vindt, is zijn neef, de waardige bernhard van Saksen-Weimar, steeds vooraan op den weg van eer en pligt, en voert onze dappere vrijwillige jagers, schutters en krijgslieden aan tegen eenen vijand, bij wien het gevoel der misdaad en het kwade geweten alle krachten verlamd heeft. Terwijl die neef te Londen in trage werkeloosheid zijn sinecure van zes tonnen gouds in het jaar verteerde, was onzen Saksen-Weimar, te midden des vredes, zijn post als Militair Bevelhebber van Gent te gemakkelijk, en besloot hij, door reizen in een nieuw, bloeijend en dagelijks vooruitgaand gedeelte der wereld, zijne kundigheden te vermeerderen, en den kring zijner denkbeelden te verruimen. De slotsom dier nasporingen vinden wij in de beide voor ons liggende Deelen. Dezelve zijn bij wijze van dagboek ingerigt. Dit heeft zijne voor-, maar ook zijne nadeelen. Tot de eerste behoort, dat het ons als 't ware eenen waarborg geeft van de waarheidsliefde en opregtheid des Schrijvers, die dag voor dag opteekent, wat hij gezien, gehoord en ondervonden heeft, die voet
bij stuk zet, en niet zoo ligt van zijn onderwerp kan afdwalen. Maar aan den anderen kant is het voor hem ook moeijelijker, de klip der eentoonigheid en der al te uitvoerige, in zijn dagboek opgenomene, beschrijvingen te vermijden. Veelvuldige bezoeken en ontmoetingen, die voor den lezer minder belang hebben dan voor den reiziger, wor- | |
| |
den in de beschrijving ongevoelig ingelascht, en geven aan dezelve eene wel eens wat te groote uitvoerigheid. Ook belet deze manier meer of min de ruime overzigten van 't geheel, die men bij sommige groote reizigers vindt.
Doch dit daargelaten - want deze manier is aan vele andere uitmuntende reizigers eigen - zoo vinden wij hier eenen ongemeenen rijkdom van zaken. De geheele lengte der Vereenigde Staten van Noord-Amerika niet alleen, van Boston tot Nieuw-Orleans, 13 graden in de breedte, met de aanzienlijke steden Boston, Nieuw-York, Philadelphia, Baltimore, Washington, Richmond, Norfolk, Columbia, Charlestown, Nieuw-Orleans, Louisville, Cincinnati, Pittsburg, en de provinciën Massachusetts, Nieuw-York, Nieuw-Jersey, Pensylvanië, Delaware, Maryland, Virginië, Noord- en Zuid-Carolina, Georgië, Alabama, Louisiana, Mississipi, Tennessie, Missouri, Illinois, Indiana, Kentucky en Ohio werden bezocht, maar ook de naburige Britsche bezitting Opper- en Neder-Kanada, met de watervallen van de Niagara, het meir Ontario, de groote en schoone St. Laurens-rivier en de steden Montréal en Quebec, alsmede in Engeland de havens Portsmouth, Plymouth, de steden Liverpool en Birmingham. De heenreize werd gedaan op het Nederlandsche Fregat Pallas, Kapt. Luitenant rijk, aan wiens
bekwaamheden en vriendelijken omgang, alsmede dien van velen zijner Offiicieren, regt gedaan wordt. (Met een' derzelven, den Heer tromp, leide de reiziger een groot gedeelte van den weg ook door Amerika af.) De terugreis had plaats met het Amerikaansche pakketvaartuig Pacific tusschen Nieuw-York en Liverpool. Overal is het den Hertog vooral te doen, om met merkwaardige menschen in kennis te komen, en de vorderingen der nijverheid te beschouwen. Daarom worden dan ook belangrijke fabrijken met bijzondere uitvoerigheid beschreven. Niet minder vestigt de vorstelijke Reiziger het oog op alles, wat tot de verzachting der menschelijke ellende en de
| |
| |
volksverlichting betrekking heeft. Men weet, dat, omtrent de eerste, door de menschlievende Kwakers uitstekende pogingen gedaan zijn, terwijl men de doodstraf heeft trachten af te schaffen en te vervangen door eene inrigting, die erger is dan de dood, namelijk de levenslange eenzame opsluiting zonder werk (solitary confinement.) Deze wreede barmhartigheid wordt door onzen kundigen Schrijver op de regte waarde geschat. Het is een dood, langzamer en op den duur pijnlijker dan de hongerdood, - die der verveling. De Schrijver vergelijkt deze behandeling (hoewel met het beste oogmerk ondernomen) bij de Spaansche Inquisitie. (Iste D. bl. 320-322.) Daarenboven brengt zulk eene stichting niets op; terwijl in zulk eene, waar de overtreders moeten arbeiden, daardoor ten minste een gedeelte der kosten gedekt wordt. De toepassing dezer eenzame opsluiting heeft echter met vrucht, voor eenen tijd, op sommige hardnekkige misdadigers plaats. Veel doelmatiger zijn andere instellingen tot wering der misdaad niet alleen, maar ook tot verbetering van den misdadiger, grootendeels door inschrijving van menschenvrienden bijeengebragt, zoo als te Nieuw-York het weeshuis (de stichting voor ouderlooze kinderen), de middelbare school (in Amerika, waar men niet lastig in zijne eischen van geleerdheid is, noemt men dit a high school), de stichting ter verbetering van jeugdige misdadigers, het burgerhospitaal (vóór de omwenteling, in 1770, opgerigt), en zelfs eene inrigting van Negers tot ondersteuning hunner zieken en ongelukkigen. Over 't algemeen worden deze menschen met eene stuitende terugzetting en verachting in dit land der vrijheid behandeld. Zelfs in de gevangenis mogen de zwarte en halfzwarte vrouwen zich niet op de bank
plaatsen, waarop de blanke vrouwen zitten, maar moeten op eene andere bank aan de linkerzijde gaan zitten. Doch in de Noordelijke Staten, waar de slavenhandel en slavernij verboden is, en dus de Negers vrije menschen zijn, is slechts verachting hun lot; in de Zuidelijke (van Virginië af) worden zij op het
| |
| |
onmenschelijkst als slaven behandeld. De gewone straf te Charlestown is, slagen met eene bullepees op den onnatuurlijk, bij wijze van pijnbank, uitgerekten rug, of het geeselen, met het aangezigt op den grond uitgestrekt en handen en voeten aan vier palen bevestigd, te Nieuw-Orleans, of het malen van mais door middel van een' treedmolen, waarvoor men anders paarden gebruikt. Van andere staaltjes van onmenschelijkheid verschoonen wij den Lezer: maar dit is zeker, dat de slavernij der Zwarten in de zuidelijke deelen van de Vereenigde Staten nog in al hare kracht bestaat. Geene blanke vrouw wil ook in de zuidelijke Staten op een bal komen, waarop zich iemand bevindt, in wier bloed zelfs in het vierde geslacht nog dat van eenen Neger of eene Negerin vloeit, al is zij genoegzaam blank. Nogtans worden deze quarteronbals, waar die meisjes onder elkander dansen, door de blanke Heeren des te sterker bezocht, hetwelk niet weinig jaloerschheid bij de Amerikaansche Dames van blanken huize opgewekt, die niet dulden willen, dat eene quarteronne in hare tegenwoordigheid zit, of zelfs in de kamer komt, waar zij zich bevindt; ja die het verfoeijelijke, in eene Republiek volstrekt onverklaarbare, regt hebben, zulk eene ongelukkige, wegens een misdrijf, waarvoor zij twee getuigen weten op te loopen, als eene slavin te doen geeselen. O land der vrijheid!
Wij zouden geen einde vinden, en de grenzen eener beoordeeling zeer verre te buiten gaan, wanneer wij alle de merkwaardige bijzonderheden, die in deze Reis onze aandacht hebben gewekt, wilden mededeelen, zoo als de krijgstooneelen uit den zevenjarigen en vrijheidsoorlog, waaraan wij herinnerd worden, en die de Hertog met het oog van een' kenner beschouwt, b.v. het slagveld bij Queenstown, waar de Amerikanen onder salomon van rensselaer (uit het bloed der oude volkplanters van Nieuw-Nederland) de Engelschen zouden verslagen hebben, indien de gewapende burgers over de grenzen hadden willen gaan (Iste D. bl. 185); dat bij Quebec, waar de beroemde Engelsche Generaal wolfe sneu- | |
| |
velde, (men kent de fraaije plaat van west) Iste D. bl. 215; dat van Saratoga, waar de Amerikaansche Generaal gates den Engelschman burgoyne gevangen nam (bl. 241-242); het tooneel der overwinning van den Amerikaanschen Generaal jackson op de Engelschen bij Nieuw-Orleans (IIde D. bl. 136-141.) Aan het beroep van den vorstelijken Schrijver is ook de bijzondere uitvoerigheid van het blijkbaar con amore geschrevene berigt der Krijgsschool van Westpoint in den Staat van Nieuw-York te danken, (Iste D. bl. 251-259 door den Vertaler, blijkens zijne Voorrede, nog bekort. - Merkwaardig is het verslag eener Atheïstische Kolonie, door den beruchten plannenmaker owen in den Staat van Indiana opgerigt, waar men een nieuw maatschappelijk stelsel (the new social system) heeft ingevoerd, waarbij geene godsdienstige gronden hoegenaamd, maar
wel gelijkheid van eigendommen en werkzaamheden, worden in acht genomen. Maar dit huis, op zulk eenen zandgrond gebouwd, begon toen, hoe nieuw het ook was, reeds te wankelen, en de Hertog, die het bezocht, naauwkeurig beschouwd en met den stichter kennis gemaakt heeft, voorspelde reeds deszelfs nabijzijnden val. Als een staaltje van de bespottelijke inrigtingen in deze Godverzakende Maatschappij diene het volgende. Een allerliefst jong meisje, hetwelk door eene ongelukkige liefde onder deze menschen verdwaald was, bevond zich juist bezig met een gezelschap door uitnemende muzijk en dans te vermaken, toen men haar afriep om de koeijen te melken, hetwelk zij met betraande oogen deed. (IIde D. bl. 241.) Deze Maatschappij, waarvan haar stichter de herschepping der wereld verwachtte, heeft zich inderdaad reeds in 1827 ontbonden. Niets zonder God. Dit besefte een andere stichter eener zonderlinge Maatschappij in deze heerlijke onbebouwde gewesten, de Heer rapp uit Wurtemberg, van wien owen zijne landerijen gekocht had, en die er nu elders eene nieuwe aanleide, namelijk Economy, bij Pittsburg. In het huishoudelijke heeft deze met owen's New Harmony wel eenige overeenkomst, maar rust op geheel andere grondslagen. Het is echter zonderling, dat rapp allen omgang van echtelieden, in zijne vorige Kolonie althans, zou verboden, en zelfs zijnen eenigen zoon aan dit monnikenvooroordeel, hetwelk immers den ondergang zijner volkplanting moest naar zich slepen, ten offer zou hebben
| |
| |
gebragt. Misschien zijn echter die geruchten slechts door zijne vijanden uitgestrooid; althans hij zoekt nu slechts de al te groote vermenigvuldiging zijner Kolonie, (waarvoor in deze ruime, pas ontgonnene gewesten nog overvloedige plaats is) door afrading van het huwelijk, voor te komen. Zou dit begrip een gevolg en eene toepassing zijn van het beruchte stelsel van malthus? - Doch in de nabuurschap van Economy (wel te verstaan eene Amerikaansche nabuurschap) vindt men eene volkplanting der zoogenoemde Shakers of huppelaars, godsdienstige dweepers, die hunne Godsvereering door zekere dansen te kennen geven, en alle gemeenschap der seksen ten strengste verbieden, zoodat zelfs alle gehuwde lieden, na het intreden in dat Genootschap, als broeder en zuster moeten leven. De grond voor dit gevoelen schijnt met dat van verscheidene Kerkvaders - en niet met staatkundige inzigten - zamen te hangen. Behalve de bedoelde Kolonie, Union-Village, in Ohio, hebben de Shakers er ook eene in den Staat van Nieuw-York, Nieuw-Libanon genaamd.
Gaarne zouden wij nog meer uit deze bij uitstek zaakrijke en leerzame Reis overnemen; doch wij moeten ons bekorten. Vooral de beminnaar der praktische Staathuishoudkunde zal hier eenen rijken oogst vinden; minder de man, met eene vurige, dichterlijke verbeelding bezield. De strekking van den geest des Schrijvers schijnt daartoe minder over te hellen. Men zou verwachten, hier statige beschrijvingen van de maagdelijke, trotsche Natuur dezer gedeeltelijk nog niet ontgonnene eeuwige wouden en hunner voortbrengselen te vinden, die met zulk eene wegslepende kracht b.v. door chateaubriant zijn geschilderd. Doch hierin zou men zich bedriegen. De Hertog erkent zelf onbewimpeld, dat hij geen Dichter is, en dus beschrijft hij enkele heerlijke natuurtooneelen, gelijk den doorloop der rivier Potowmack door de blaauwe bergen en de beroemde natuurlijke brug, beide in de provincie Virginië, liever met de woorden van den beroemden Oud-President jefferson, met welken belangrijken grijsaard hij op deszelfs buitengoed Monticello kennis maakte, (Iste D. bl. 412-414, bl. 423-425.) Zonderling geeft zich dit verschil van beschouwingswijze door verschil van geaardheid in één voorbeeld te kennen. Het baardmos, dat in Amerika zeer veelvuldig van de boomen nederhangt, vergelijkt chateaubriant bij zwevende geesten, bracken- | |
| |
ridge bij schepen, met wier ontvouwde zeilen de lucht bij windstilte speelt, de Hertog van Saksen-Weimar bij rakken, waaraan de wasch van bedelaars hangt te droogen! (IIde D. bl. 73, 74.)
Wij eindigen dit verslag met het volgende wezenlijk romantische geval, bij de eerste vestiging in Virginië door de Engelschen, onder Koning jacob I (Iste D. bl. 444). ‘Eene inlandsche Prinses, pocahontas, dochter van powhattan, een der magtigste inlandsche opperhoofden aan den oever der James-rivier, verliefde op den Engelschen bevelhebber, Kapitein smith, en zwom in een' stormigen nacht het water over, om hem te verwittigen, dat haar vader en andere Vorsten tegen zijn leven en dat van zijne onderhoorigen hadden zamengezworen. Dus werd zij de redster der ontluikende Kolonie, en zij werd dat nog tweemaal op dezelfde wijze. Nogtans viel haar beminde eindelijk in eene hinderlaag, en stond hij nu door de inlanders opgeofferd te worden. Toen leide zij haar hoofd nevens het zijne op het blok, en behield hierdoor zijn leven nogmaals. (Dit wordt door een der bas-reliefs van de groote rotunda in het Washingtonsche Kapitool voorgesteld.) Kapitein smith was gehuwd, en kon dus de behoudster van zijn leven, toen hij naar Engeland terugkeerde, niet medenemen. Hierom liet hij haar diets maken, dat hij gestorven was, en scheepte zich heimelijk in. Pocahontas huwde vervolgens aan zekeren ralph, door wien smith in het bevel over de Kolonie vervangen werd, en zij verzelde denzelven naar Engeland. Hier ontmoette zij eenmaal toevalliglijk op straat dien smith, wien zij dood achtte. Daarop verviel zij in zulk eene zwaarmoedigheid, dat zij Engeland verliet, om naar Amerika weder te keeren, maar op de terugreis van hartzeer overleed. Zij had bij ralph eenen eenigen zoon,
die zich in Amerika vestigde, en twee dochters naliet. Van deze laatste stammen de geslachten van randolph en robinson af, in welke de oudste zoon powhattan en de jongste dochter pocahontas geheeten werd.’
Het woord Kaarten en Platen, bij dit werk gevoegd, moet men in geen' ruimen zin verstaan. Het eerste duidt slechts eene middelmatige Kaart van Noord-Amerika aan, waarop zelfs des Hertogs reisweg niet naauwkeurig is aangeduid, waarop Cincinnati Cinchmatie, New-Lancaster Lanaster en Zanesville Lauriesville moet heeten; terwijl men
| |
| |
onder Platen slechts eene schets van het Washingtonsche Kapitool en van eenige werktuigen moet verstaan.
|
|