Kleine Godsdienstige Gezangen voor Kinderen, door Mejufvr. C.M. Doll Egges. Te Amsterdam, bij C.M. Ferrari. 1831. In kl. 8vo. 36 Bl. f : - 30.
Gelukkig was de inval, en onzer waarlijk godsdienstige natie waardig, om een bundeltje godsdienstige gezangen op wijzen van de Gezangen, bij het Hervormd Kerkgenootschap in gebruik, te leveren. Elf dusdanige stukjes worden ons hier door eene vriendin der jeugd aangeboden. Alle zijn inderdaad stichtelijk, en, als eene proeve, onzer aanbevelinge waardig. Mogt dezelve bijval vinden, en alsdan veelligt door een tweede bundeltje worden gevolgd, zoo doe de waardige Schrijfster haar voordeel met navolgende bedenkingen, voor zoo verre die haar gegrond voorkomen. Het eerste en tiende stukje zijn te lang om geheel uit te zingen, en beide hebben bovendien meer van een verhaal, dan van een gezang. Bl. 5. Jezus paarde deugd met godsdienst: waar werd de laatste immer zonder de eerste gevonden? Bl. 9 staat uw voor u. Bl. 14. reg. 6. is eene syllabe te lang. In het Danklied na eenen overmatigen Regen heerscht, onzes inziens, eenige verwarring, door die overmaat te weeg gebragt, vooral in couplet 2. Bl. 30. wordt het terughouden van Benjamin niet juist voorgesteld, door het zwijgen van den beker. Mijns oogen en eens Christen, bl. 31 en 35, taalkundig niet te verdedigen. Bl. 36. op één na laatste reg. is de smelting der vokalen verzuimd. - Mejufvrouw doll egges verdient aanmoediging in haar loffelijk pogen.