vertrouwt, dat de stukjes, welke hier aangeboden worden, voor velen onzer landgenooten ook eene aangename lectuur zullen opleveren. Hij althans heeft dezelve met ongemeen genoegen gelezen. De opschriften der negen Verhalen of Tafereelen zijn: Het Likteeken. Het Moederlijke Kleed. De angstvolle Namiddag. De Afstand. De Erfenis. Het Bezoek. De Kies. De Reis. De Gebrekkelijke. Het is niet noodig, het beloop van ieder stukje op te geven. In allen vindt men ongekunstelde eenvoudigheid, die van ware kunst getuigt. Overal stralen edele gevoelens door. Eene bevallige inkleeding boeit den lezer; terwijl hier en daar belangrijke wenken en herinneringen voorkomen. Tot proef diene het volgende, dat uit het derde verhaal genomen is: ‘O dat allen, die tot de hoogere en meer schitterende standen der maatschappij behooren, menschenkennis genoeg bezaten en goedhartig genoeg waren, om lieden uit den middelstand, die, uit hunnen gewonen kring gerukt, eens voor een paar uren onder hen verplaatst worden, niet aanstonds te miskennen, wanneer deze hen (hun) alsdan eenigzins verlegen, bedeesd en vervelend voorkomen. Te huis en in hunne gewone bezigheden zijn zij misschien juist het tegenovergestelde en volkomen voor hunne taak berekend, niettegenstaande zij zich in den hun vreemden kring even zoo weinig weten te vinden, als de geslepenste hoveling zich behoorlijk zoude weten te gedragen, wanneer hij zich plotseling uit een Duitsch slot in het paleis des Keizers van Siam verplaatst zag.’ Ook het volgende, in de Erfenis voorkomende, worde hier nog medegedeeld: ‘En uwe spreuken?’ - ‘Die heb ik meer in beoefening, dan in het geheugen. Intusschen zal ik u zeggen, wat mij aanstonds invalt. Bij voorbeeld: Heb, wat gij hebt, en wees, wat gij zijt, eerst en bovenal voor uw huis. Er zijn menschen, die voor de geheele wereld
vrolijk en aangenaam zijn, behalve voor hun eigen gezin; en deze zijn er waarlijk zoo erg aan, als een mensch, die geen hemd, geenen rok en geen bed, maar een gouden horologie, om te pronken, heeft. Mijn hoofdmiddel tot een vrolijk gemoed echter, zonder hetwelk alle andere geene kracht hebben, is de spreuk: Neem warm deel aan andere menschen. - Maar ziet eens, de tafel is reeds gedekt; dus iets anders: Door praten over het genieten moet men het genieten zelf niet verzuimen, is ook een mijner stelregels. Ik moet mij steeds over die al te verstandige en diepdenkende kinderen erge-