van het menschelijke ei tot dusverre bekend is, aannemelijk voor.
De ingeslotene vrucht wordt niet alleen in de buiksholte van het insluitende schepsel, maar ook buiten dezelve gevonden. De Schrijver onderscheidt dus eene tweede soort, welke hij met den naam van monsterachtigheid door huidsinsluiting bestempelt. Van deze laatste verscheidenheid deelt hij negen waarnemingen mede, en geeft daarvan de algemeene kenmerken, benevens de afwijkingen en overeenkomst, die er tusschen deze soort en de buiksinsluiting bestaat, met juistheid op. Wij nemen echter de vrijheid hier ter plaatse op eene bijzonderheid te wijzen, welke des Schrijvers aandacht schijnt ontslipt te zijn; namelijk dat in die gevallen, waar de ingeslotene vruchten zich in de streek van het perinaeum bevonden, het zij het insluitende schepsel van het mannelijke of vrouwelijke geslacht ware, hetzelve, zoo niet alreeds in den uterus, althans weinige dagen na de geboorte gestorven is; terwijl die vruchten, welke in het scrotum een vruchtgezwel bevatteden, niet alleen levend ter wereld gekomen, maar ook allen in leven gebleven zijn. Eene omstandigheid, onzes bedunkens toe te schrijven aan de snelle ontwikkeling, in het eerste geval, van de ingeslotene vrucht, gedurende het leven van de insluitende in den uterus, ten gevolge waarvan deze laatste als 't ware door levenszwakte en gebrek aan voeding moet omkomen; terwijl, in het tweede geval, het vruchtgezwel eerst na de geboorte in omvang toeneemt, en dus op het groote schepsel, zoo lang het zich in den uterus bevindt, weinig invloed moet uitoefenen.
Eindelijk wordt er eene korte verklaring van de wijze van vorming der monsterachtigheid door huidsinsluiting gegeven. De Schrijver laat de ingeslotene vrucht denzelfden weg als de testiculi bewandelen, wanneer de insluitende van het mannelijke geslacht is; in welk geval, echter, het vruchtgezwel ook dan somwijlen, blijkens de aangehaalde waarnemingen, zijne zitplaats in de streek van het perinaeum heeft, welke streek altijd ingenomen