baart zich toch zeer veel goede gezindheid. Op bl. 239 en 240 worden eenige wenken, hiertoe betrekkelijk, gegeven. IX. Eene stem Gods, en niet eens menschen. Op eene gepaste wijze wordt betoogd, dat, daar er thans geene hoorbare stemmen uit den hemel noodig zijn, God duidelijk genoeg tot ons spreekt in onze lotgevallen en in onderscheidene wederwaardigheden des levens - door zijn Woord, door de Natuur, door zijne Voorzienigheid, in voor- en tegenspoed, in kastijdingen en rampen, in ons zedelijk gevoel, en in het geweten, X. De heilzame invloed der Christelijke Godsdienst op het huiselijk geluk. Na eene schoone schets van dezen invloed gegeven te hebben, deelt de Schrijver belangrijke aanmerkingen mede over de oorzaken, waaraan men vermindering van huiselijk geluk, heden ten dage vooral, moet toeschrijven. Hier komt veel voor, dat thans inzonderheid opgemerkt en behartigd verdient te worden. XI. De vergeving der zonden. Mede zeer lezenswaardig, al is het ook, dat men geenszins in alle bijzonderheden zich kan vereenigen met de begrippen des Schrijvers.
Een lief plaatje versiert het titelblad. Taal en stijl zijn vrij goed. Hier en daar zoude men eenige meerdere juistheid van uitdrukking mogen verlangen. Zoo staat, om een enkel voorbeeld bij te brengen, bl. 16: Als regenten of onderdanen - als vrijen of dienstbaren, zal zich in onze gezindheden en handelwijze de heilzame invloed des Christendoms openbaren. Eene drukfout is goedertierend, in plaats van goedertieren. Twee malen staat lag voor legde. Op bl. 76 is en (en echte Christenen zijn) zinstorend, en moet weggelaten, of in ook veranderd worden. De weinige fouten, die er meer ingeslopen zijn, zullen den lezer niet hinderen. - Wij wenschen aan dit nuttig werk een zoo goed vertier, dat de waardige en bekwame Schrijver zich opgewekt moge gevoelen, om een tweede deel te laten volgen.