Kleine oorspronkelijke Nederlandsche Verhalen van Benno van Waalburg. Te Breda, bij Broese en Comp. In gr. 8vo. 213 Bl. f 1-60.
In het voorwoord (voorberigt) geeft de schrijver te kennen, hoe dit boek in de wereld is gekomen. Een neef van moeders zijde, dien hij Benno van Waalburg noemt, had, als kind, zich in zeedienst begeven en veel gezien in de wereld. Deze neef wist goed te verhalen, maar was een aartsvijand van schrijven, en wilde, ofschoon meermalen daartoe aangezocht zijnde, niets van zijne reizen en ontmoetingen uitgeven. Eindelijk zeide hij tot onzen schrijver: ‘Wilt gij mijne ontmoetingen verder bekendmaken, teeken ze dan aan en geef ze uit.’ Van deze vrijheid werd gebruik gemaakt, en opgeteekend, wat Benno nu en dan mededeelde. In geval nu deze Verhalen de goedkeuring onzer landgenooten mogen wegdragen, is de schrijver niet ongenegen, om neef meer te doen vertellen.
Wij twijfelen niet, of Nederlanders zullen deze Nederlandsche Verhalen met genoegen lezen. Neef Benno weet goed te vertellen. Vindt men hier niet dat wonderbare en onwaarschijnlijke, hetwelk menig buitenlandsch voortbrengsel heeft, het boek, dat onderhoudend en in vrij goeden stijl geschreven is, bevat echter veel belangrijks en leerzaams. De Verhalen zijn vijf in getal: De Trappist, Herman, Julius, Elize en Theodoor. Het eerste behelst de geschiedenis van eenen kloosterbroeder der orde van la trappe, en eindigt met de woorden: Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. De lotgevallen van den braven, maar zonderlingen Julius doen zien, dat, schoon het voor God en ons geweten genoegzaam is, deugdzaam te zijn, men in de burgermaatschappij daarenboven nog deugdzaam moet schijnen, zal men niet elk oogenblik blootgesteld worden, zijn geluk door het gesnap van dwazen of slechthoofden verwoest te zien. Theodoor, van jongs af een vijand van het spel, komt ongelukkig eenmaal in verzoeking, speelt, wint - en wordt een speler en diep ongelukkig. Een treurig waarschuwend voorbeeld! De leering van dit stuk is: De mensch zal vaak dáár het zwakste zijn, waar hij zich het sterkste waant. - Doch genoeg. Wij durven het boek met volle ruimte aanprijzen. Wij hopen, dat Benno van Waalburg die een goed waarnemer is, nog meer van zijne ontmoetingen zal vertellen. - Enkele onnaauwkeurigheden, ten opzigte van spelling en geslachten, zijn er ingeslopen.