kwaad, door hen aangeregt, wordt in een even waar als afschuwelijk tafereel ons hier medegedeeld. Er is veel blijk van geleerdheid, vernuft en smaak in. Wij hebben ons inzonderheid verwonderd, hoe de Dichter de blaauwe kielen, Jakobijnsche mutsen, de potter, de celles, de stassart, de brouckere, gendebien, sylvanus (van de weijer), la fayette, om niet van danton, marat, damiens, balthasar gerards, clement, ravaillac en anderen te spreken, in goede Latijnsche verzen heeft kunnen brengen. Er heerscht in het geheele gedicht eene groote gemakkelijkheid, zoodat men wel zien kan, dat de Dichter niet alleen de Latijnsche taal, maar de Latijnsche lier meester is. Wij willen in een Nederduitsch tijdschrift geene Latijnsche proeven bijbrengen; maar inzonderheid troffen ons de fraai geschilderde voorspoed en bloei van België onder onzen Koning, hunne snorkerij, het te vergeefs vragen om eenen Koning bij de Franschen, de moed onzer krijgslieden, de edele zelfopoffering van van speyk, enz. Wij, opgevoed in eenen tijd, toen de leerlingen van burman den tweeden en j. schrader zelve handen aan de Latijnsche lier sloegen, weten, hoe de beoefening dier poëzij smaak, verheffing, gevoel en tact geven kan en moet, om de fijne en onnavolgbare schoonheden van eenen virgilius, horatius of propertius te waarderen. De geleerdheid van eenen wyttenbach, bake, van heusde en anderen moet den geest stevigheid bijzetten; maar het is ons nog onverklaarbaar, hoe uit de school van eenen van lennep, wassenbergh, bosscha, peerlkamp geene jongelingen voortspruiten, die, op het voorbeeld van zoo vele leerlingen van burman en schrader, hunne krachten in dit
aangenaam en nuttig deel der Letteren beproeven De Dichter van dit Carmen is een geoefend man. Zijne kennis is zoo uitgebreid, dat min voorkomende en gewone woorden, misschien wel eens te veel door hem op enkele plaatsen opgenomen, bij de eerste lezing het dadelijk begrip min gemakkelijk maken; hetgeen onze goedkeuring niet wegdraagt, daar het een eerste vereischte van alle taal, spraak en schrift is, door den redelijk geoefenden dadelijk begrepen te worden, en dit althans in eene zoo zelden meer voorkomende soort van letterwerk het geval inzonderheid zijn moet, om den zwakken niet af te schrikken. Men kan hierbij zien, dat de Dichter