Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831
(1831)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 394]
| |
De laatste helft der XVde Eeuw is voorzeker een der belangrijkste tijdperken voor de geschiedenis van den menschelijken geest. Italië was het bevoorregte land, waarin Kunsten en Wetenschappen zouden herleven. Reeds in de 14de Eeuw hadden dante, petrarcha en boccaccio aldaar meesterstukken van Dichtkunst en Prozastijl geleverd; doch hun voorbeeld had niet onmiddellijk die gevolgen, welke men er zich van had mogen voorstellen. Eerst in de volgende Eeuw ontstond, door een' zamenloop van vele allergunstigste omstandigheden, in Italië eene vurige zucht tot beoefening der Grieksche en Latijnsche Letterkunde. Geestelijken en Leeken, Vorsten zelfs, wedijverden als om strijd in het opsporen van de overgeblevene Handschriften, het stichten van Boekerijen en geleerde inrigtingen, het uitgeven en verklaren der beroemdste oude Schrijvers; en dit met een zoo gelukkig gevolg, dat al spoedig de duisternis der barbaarsche Middeleeuwen vervangen werd door het glansrijk morgenrood van beschaving en verlichting. Onder de voornaamsten, wier weldadige bemoeijingen in dit opzigt aanspraak hebben op de dankbaarheid van het nageslacht, mogen cosmus en laurens de medicis in de eerste plaats genoemd worden. Tot een der aanzienlijkste geslachten van Florence behoorende, en daarbij door den koophandel onmetelijke rijkdommen verzameld hebbende, stonden zij, als de eersten onder hunne medeburgers, aan het hoofd van dat Gemeenebest. Cosmus en zijn Zoon pieter de medicis begunstigden, bij al den slommer der staatzaken, met allen ijver de ontluikende Letteren. Doch bijzonder was het openbaar en bijzonder leven van laurens (den Zoon van pieter) zulk eene aaneenschakeling van welgeslaagde pogingen ter bevordering van Kunsten en Wetenschappen, dat men hetzelve beschouwen kan als onmiddellijk verbonden met de geschiedenis van de herleving der Letteren. Deze Staatsman en Letterheld is het, welken de En- | |
[pagina 395]
| |
gelsche Geschiedschrijver roscoe, ook door andere werken, inzonderheid door zijnen leo den X, te regt beroemd, ons in dit boek heeft voor oogen gesteld. Alleruitmuntendst is in ons oog deze arbeid uitgevallen. Het openbaar leven van laurens de medicis, op zichzelve reeds hoogstbelangrijk, wordt in eenen edelen en ongemeen vloeijenden stijl en tevens op eene echt kritische wijze behandeld. Telkens, waar het te pas komt, vlecht de Schrijver de letterkundige loopbaan van zijnen held, zelf als Dichter, maar vooral als vurig beminnaar der Grieksche en Latijnsche Letteren bekend, in zijn verhaal in, en verbindt dit tevens zoo uitmuntend met de geheele Letterkunde van dien tijd, dat men te gelijk met deze Levensgeschiedenis de Geschiedenis van de toenmalige studie der Ouden erlangt. Hoogstbelangrijk zijn dan ook des Schrijvers berigten omtrent de voornaamste Letterhelden uit dit tijdvak, poggio, fr. filelfo, pulci, politianus, ficinus en eene menigte anderen, waardoor dit werk bijzonder nuttig wordt voor hen, die, bij de beoefening der klassieke Schrijvers, tevens de beginselen en den voortgang van derzelver studie in Italië wenschen gade te slaan. Dit voortreffelijk werk, ofschoon niet nieuw, als zijnde reeds in 1794 zoo niet uitgegeven, dan toch opgesteld, verdiende ten volle de overbrenging in onze moedertaal. De kundige steenbergen van goor heeft zich van deze taak naar gewoonte, dat is uitmuntend, gekweten. Alleen zouden wij gissen, dat hij, vooral bij het laatste gedeelte, de Hoogduitsche vertaling wat te veel voor zich gehad heeft. Ten minste meenden wij hier en daar eenige Germanismen te zien doorschemeren. Ook had de correctie wel zuiverder mogen zijn, vooral ten aanzien der jaartallen. Hoe dit zij, bij het uitstekend werk, waarmede onze Letterkunde weder verrijkt is, en bij den in 't algemeen zoo wèl geslaagden arbeid des Vertalers, mogen wij bij geene kleinigheden stilstaan. Wij wenschen het boek, ondanks de zeker niet gunstige | |
[pagina 396]
| |
tijdsomstandigheden voor soortgelijke werken, een ruim vertier, en bevelen het met volle ruimte allen aan, die belang stellen in Letterkunde en Geschiedenis. |
|