Wenken, Herinneringen en Aanteekeningen, uit de dagen van Nederlands herstelling. No. I en II. Door Mr. C.J. van Assen. Te Leyden, bij C.C. van der Hoek. Sept. en Oct. 1830. In gr. 8vo. Te zamen 82 bl. f : - 90.
Door de daadwerkelijke scheiding der twee groote bestanddeelen van het Koningrijk der Nederlanden ziet het noordelijk deel zich als 't ware teruggebragt tot het tijdstip, onmiddellijk de vereeniging daarvan voorafgaande. Het is dus van het hoogste belang, in de bijzonderheden na te sporen, wat wij toen reeds waren, en onder welke omstandigheden de vereeniging in den aanvang is tot stand gebragt. Hiertoe dienen de Wenken, Herinneringen en Aanteekeningen, in beide aangekondigde stukjes vervat. Zij schijnen zonder geregeld plan, maar gelijk zij zich aan des Schrijvers geest aanboden, uit de pen gevloeid te zijn. Wij lazen dezelve in meer dan één opzigt met genoegen en belangstelling, en vonden er veel in, 't welk opmerking en behartiging verdient.
In het tweede stukje komen echter eenige stellingen van Staatsregt voor, welke wij niet gelooven, dat ieder den bekwamen Schrijver zal toestemmen. Het deed ons leed, die alhier aan te treffen. Het tegenwoordig tijdstip, waarin het niet met redeneren, maar met handelen te doen is, waarin de Natie hare grootmoedigheid en vaderlandsliefde dan ook zoo schitterend ten toon spreidt, en wij niets beters te doen hebben, dan ons met eensgezindheid rondom den geliefden Koning te scharen; dit tijdstip is geheel ongeschikt tot het opwerpen van staatkundige Theoriën, vooral van dezulke, welke men vooruitzien kan, dat tegenspraak zullen ontmoeten. Werking baart wederwerking; en, hoezeer het ter goeder trouwe uiten zijner denkbeelden op zichzelve een regt,