derwijs voor een groot gedeelte den Staat ten doel, voornamelijk echter het staatsbestuur. Krijgsdienst werd minder op het oog gehouden. Geene Geestelijkheid was bij hen meester van het onderwijs. De Mandarijns, die in hunne geschiedenis gestadig voorkomen, en wier waardigheid erfelijk is, maken hier het onderzoek moeijelijk, of alle standen gelijkelijk tot de hoogste eerambten konden geraken. Het onderwijs zelve wordt nu nagegaan, bl. 32-41.
Eindelijk komt de beurt aan de Perzen, pag. 42-64. Dezen worden het uitvoerigst en het best behandeld. Hiervan is de reden voornamelijk gelegen in de meerdere bekendheid des Schrijvers met de bronnen, welke hiertoe behoorden geraadpleegd te worden. Hier vinden wij eene en andere aanmerking, die gewigtig is, b.v. ten opzigte van strabo als schrijver, pag. 56, 62. Zoo ook van xenophon's Cyropaedie, op meer dan ééne plaats.
Hierop volgt het slot, pag. 65-72, hetwelk gewigtige gevolgtrekkingen mededeelt, uit het voorgaand onderzoek natuurlijk afgeleid.
In de behandeling van het onderwerp is elix meestal schwarz gevolgd, Erziehungslehre; doch zoo, dat hij nu en dan met grond van hem afweek. Wij kunnen niet anders, dan deze Verhandeling roemen, wat aangaat de zaken, welke geleverd zijn, en de orde, waarin alles voorgesteld wordt. Konden wij dit ook zeggen van de taal! Eene letterkundige Verhandeling, ter verkrijging van den Doctorsgraad bij de Letterkundige Faculteit, moest door fouten minder ontsierd zijn. Wat meer ruimte van tijd en mindere haast zou zoo vele sporen van overhaasting hebben doen verdwijnen.
Vele zijn drukfouten, maar de meesten fouten van overhaasting. Deze hebben wij onder het lezen aangeteekend: perficidiendum, p. 6; institutiendi, p. 36; heriditarius, p. 31; Anabeseos, p. 50; aggredimus, p. 11; ostenderi (inf. pass.) p. 9; utrorumque partium, ibid.; in imperii, p. 20; seseque informari