inzien, den Schrijver moeten terughouden, om op die wijze, als hij gedaan heeft, in eenen verhalenden en daarbij stelligen toon, deze Levensgeschiedenis in het licht te geven, en dit N.B. op een tijdstip, dat er over de verhooren nog eene ondoordringbare duisternis verspreid is. Nu heeft hij de Regterlijke magt in haar onpartijdig onderzoek vooruitgeloopen; hij brengt eerst vele, zoo niet de meeste, zijner Lezeren in het denkbeeld, dat al hetgeen hij verhaalt zonneklaar bewezen is; en naderhand, als men niets anders verwacht dan het vonnis, krijgt men eene defensie, die, als men ze aanneemt, het geheele Verhaal op losse schroeven stelt! Met teleurstelling merkt men dan op, dat men hier niet het Proces, maar slechts het begin van een Proces ontvangt, dat, volgens den Schrijver zelven, nog lang duren kan.
Maar waartoe dan het boek zoo overijld in de wereld gezonden? Billijk is dit niet. Nuttig evenmin: want wat valt er voor den Regtsgeleerde, den Geneeskundige, den Wijsgeer, of voor welken Lezer men wil, te leeren uit een Verhaal, waaraan zekerheid ontbreekt? Wij meenen dan dit boek te mogen houden voor hetgeen er meer zijn, eene speculatie op de nieuwsgierigheid der menigte.
Het eenige, 't welk voor den Regtsgeleerde nog al opmerkelijk is, bestaat daarin, dat men thans nog te Bremen dwangmiddelen of een scherp examen bij de verhooren bezigt, naar aanleiding van Art. 22 der Preuss. Gerichtsordnüng. Zoo leest men op bl. 141: Van dit uur af begon het Proces, om, door scherpe Verhooren en andere regterlijke dwangmiddelen, haar de volle bekentenis der misdaden N.B. af te persen. Bl. 143: Men ondervroeg haar zeer scherp. Bl. 146: Men dreigde haar met harde gevangenisstraffen, als zij de waarheid niet bekende. Die dus meende naar Konstantinopel te moeten gaan, om thans nog in Europa de pijnbank of daarmede gelijkstaande dwangmiddelen te zien gebruiken, kan zijne reis bekorten. Even buiten de grenzen van Nederland kan hij te regt komen, doch, God dank! daar binnen niet meer.
De vertaling is blijkbaar met overhaasting geschied. Germanismen vindt men in menigte; b.v. bl. 17: hij gevoelde zich door des koopmans verdacht diep gekrenkt; bl. 57: hij wierf om hare hand; bl. 160: zij loochende eene nadere bekentenis met L. gehad te hebben; bl. 170: zich genoegdoe-