Bardenzang, door W.H. Warnsinck, Bz. Te Amsterdam, bij G.J.A. Beijerinck. 1831. In gr. 8vo. 12 Bl. (Ten voordeele des Vaderlands.) f : - 25.
De Schelde door dwang geopend, op den 20 Jan. 1831. Dichtstuk, door Mr. C.P.E. Robidé van der Aa. Te Leeuwarden, bij G.T.N. Suringar. 1831. (Ten voordeele des Vaderlands.) In gr. 8vo. 11 Bl. f : - 30.
Met groote Heeren is kwaad kersen eten: zij smijten met de steenen! - Aan dit vaderlandsch spreekwoord hebben beide genoemde Dichters, naar 't schijnt, niet gedacht, of, zoo al, zich blijkbaar daaraan weinig bekreund. Jammer maar, dat de groote Heeren, vreezen wij, zich even weinig aan hunne zangen zullen bekreunen. Ware dit anders, het lieve Vaderland was gered, of - verloren, al naar men het neemt; of liever, al naar zij het namen! Intusschen hebben deze beide, elk in zijne soort, fiksch gedachte en gedichte gelegenheidsverzen altijd die verdienste, en zullen in dat opzigt hun doel ook wel bereiken, dat zij de oud-Hollandsche fierheid en geestdrift (zoo noodig in deze hagchelijke dagen!) levendig houden en versterken. Eere dus den Dichters zoo wel, als het getrouw en heldhaftig Vaderland!