den Burgerstand, om, in betrekking als gehuwde Vrouwen of Huishoudsters, hare pligten te leeren kennen. Door Mejuff. C.M. Doll Egges. Te Zaandijk, bij J. Heynis, Tsz. enz. 1830. In kl. 8vo. VIII en 62 bl. f : - 90.
Mejufvrouw doll egges, steeds bezield met de zucht, om hare jonkvrouwelijke Landgenooten te dienen van goeden raad en bestuur, zond ons wederom een boekje, bepaaldelijk tot het op den titel wat weidsch omschreven doel ingerigt. Als mannen zouden wij zeggen, dat er aan de volledigheid van het onderrigt vrij veel ontbreekt; dat er, betrekkelijk, te lang bij het artikel der vrouwelijke dienstboden wordt stilgestaan, en dat..... Maar, al spoedig zijne onbevoegdheid erkennende, om over zulk een, nagenoeg puur huishoudelijk, boeksken te oordeelen, stelde Recensent het zijner vrouw in handen. En derzelver uitspraak was: ‘Kind! laten onze meisjes het gerust eens lezen; zij kunnen met menige goede les, in vervolg van tijd, nog wet haar voordeel doen.’ - Wij hebben gezegd!