Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1831
(1831)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 83]
| |
België in 1830, of Facsimilés van de Handteekeningen der Personen, in de Gebeurtenissen aldaar betrokken, met korte Aanteekeningen betreffende dezelve. Te Amsterdam, bij C.M. Ferrari. f : - 80.In onze vroege kindschheid, toen het Martelaarsboek en Bijbelsche en Vaderlandsche Historie-prenten ons geliefkoosde speelgoed waren, koelden wij onzen kinderlijken moed of verontwaardiging aan derzelver hatelijke personaadjen, door die met eene speld te doorboren. ‘Hoe menige prik viel hier te doen, waar een dolksteek werd toegebragt!’ dachten wij, bij het doorzien van deze naamrol, die, natuurlijk, de edelste nevens de verfoeijelijkste personen ons voor oogen stelt. Aan het hoofd derzelve prijkt Hollands geliefde, maar ongelukkige, verraden, miskende en, door vriend zoo wel als vijand, mishandelde Koning. Ons, door bovengemelde herinnering, in onze kindsche jaren verplaatst hebbende, kusten wij zijnen eerbiedwaardigen naam. Zijne beide Zonen volgen Hem: mogen zij hunnen Vader evenaren! Eenige waardige Staats- en Krijgsmannen doen verder het vaderlandsch gevoel blaken, bij het staren op hunne handteekeningen; terwijl datzelfde gevoel pijnlijk wordt aangedaan, op het aanschouwen van die van een aantal ondankbaren, verraders en fielten, die dezelve bij tijdgenoot en nakomeling voor altijd hebben gebrandmerkt; waartusschen Professor kinker, zoo gelukkig den dolhuisdans ontsprongen, al heel zonderling en in slecht gezelschap prijkt. Met dat al voldeed ons de onderneming, en niet minder de zeer nette bewerking. Een 43 tal naamteekeningen, verzeld van korte aanteekeningenGa naar voetnoot(*), maakt dit stukje uit, hetwelk, vindt het bijval, door een tweede staat gevolgd te worden. |
|