oudste smeekte, dat hij de straf voor zijnen jongeren broeder mogt ontvangen, dewijl hij hem tot het wegloopen had aangezet. Dit geweigerd wordende, begonnen zij beiden jammerlijk te weenen, en zij hielden elkander zoo hevig omarmd, dat zij met geweld losgerukt moesten worden. De kleinste knaap kreeg nu insgelijks het bepaalde getal slagen, en reeds binnen het jaar waren zij beiden de losbandigste guiten van het regement. De oudste broeder overleed spoedig, en de jongste verdronk, meen ik, aan de Kaap de Goede Hoop.’
‘Het ziekenhuis op zekeren tijd bezoekende, vroeg ik, zoo als naar gewoonte, of er iemand nog iets te zeggen had, ‘Ja, ik!’ schreeuwde een soldaat met een woest en verwilderd voorkomen; ‘maar noch gij, noch de Koning van Engeland kunnen mijne kwaal verhelpen.’
‘Wat deert u dan?’ vroeg ik hem op eenen vriendelijken toon.
‘Weet gij niet, dat ik voor eene korte afwezigheid ben gegeeseld geworden?’
‘Dat doet mij leed.’
‘Mij nog meer; maar de dienst zal er een oud en getrouw krijgsman doen verliezen.’
‘Kort daarna verdronk de ongelukkige man zich uit wanhoop.’
‘Deze voorbeelden, die ik nog met een zeer groot getal zou kunnen vermeerderen, kunnen ons nog meer, dan alle redenering, van den heilloozen invloed eener strafwijze overtuigen, die slechts den krijgsman vernedert en eerloos maakt. Dat de bestraffing wreed en pijnlijk is, weet een ieder, die zulks heeft gezien; en toch moet men de rampzalige gevolgen niet zoo zeer aan de ligchaamssmart, als wel aan de vernedering toeschrijven, die de krijgsman daarbij gevoelt. Zijn hart wordt meer nog gewond, dan zijn rug; de ligchaamssmart houdt eindelijk op; maar wat kan het denkbeeld der geledene schande doen ophouden? Mijns oordeels strijdt het geheel tegen het gezond verstand en alle goede beginselen, indien men menschen, die eenig gevoel van eer en zelfwaarde bezitten, door een stelsel van wreedheid en vernedering wil bedwingen.’
Niet altijd is het werk van zulk eenen ernstigen inhoud, en vele gedeelten leveren de blijken op, dat de Schrijver niet misdeeld is van echt Engelsche luim.
De Vertaler heeft door zijnen welvolbragten arbeid eene regt bruikbare bijdrage geleverd tot voldoening aan den leeslust zijner landgenooten.