Herinneringen omtrent Jacobus Landt, door G.J. Mulder. Te Rotterdam, bij M. Wijt. 1830. In gr. 8vo. 61 Bl. f : - 90.
De Geneeskundige School te Amsterdam had, ter vervulling van den leerstoel, die door den dood van den kundigen en veelgeachten Hoogleeraar thijssen ledig geworden was, den Rotterdamschen Arts jacobus landt zijne geboortestad, zijne menigvuldige beroepsbetrekkingen, zijne bloedverwanten en vrienden doen vaarwel zeggen, om aan hare uitnoodiging te voldoen, en eenen nieuwen, nuttigen loopkring te aanvaarden. De nog jeugdige en zoo rijk begaafde man wordt in den aanvang van dien loopkring door den dood gestuit, en weggerukt op den dag, die dengenen, op welken hij zijnen post met eene plegtige inwijdingsrede aanvaarden zou, voorafging.
Het is een gelukkig denkbeeld van een' zijner vrienden geweest, om, door eene hulde aan zijne nagedachtenis toe te brengen, hun, die niet onmiddellijk met hem bekend waren, levendig te doen gevoelen, wat de School, die hem tot haren Leeraar begeerde, en wat de wetenschappen aan landt verloren hebben, en tevens aan zijne vrienden en hoogachters een getrouw afbeeldsel te geven, waarin zij den vriend wedervinden, en waarop zij met weemoedig welgevallen kunnen staren. Dit laatste kunnen wij, die landt zelve onder onze vertrouwde bekenden en vrienden mogten tellen, getuigen, dat aan den Schrijver gelukt is; en wij durven gerust vertrouwen, dat daardoor ook aan het eerste voldaan is. Wat waarlijk goed en edel is, behoeft geene breede lofspraken, en een eenvoudig verhaal is hier de beste lofrede.
Een levensberigt, waarin bijzonder bij het tijdvak van ruim tien jaren wordt stilgestaan, in welke landt de Geneeskunde te Rotterdam in steeds aangroeijenden werkkring en met onbezweken ijver uitoefende; ziedaar het beloop van dit boekje, dat wij in veler handen wenschen. Landt wordt daarin geschetst, als een braaf, een kundig, een fijn beschaafd, een verstandig, en een zelfstandig Geneesheer; en