zeker niet door rijp nadenken of raad bij deskundigen verkregen is. Dit nu is het orakel voor moeders van den beschaafden stand! ‘Baker vindt het zoo goed. Baker zeide gisteren tot mij: Meent Mevrouw, dat dit mijn eerste kind is, dat ik groot breng?’ Dit, met eene vaste stem en vinnig gezigt aan een jong, voor het eerst moeder geworden vrouwtje gezegd, is genoeg, om niet haar eigen, beter oordeel te volgen. Op meer gevorderden leeftijd, als het beengestel niet zoo sterk meer door het vleesch is bedekt, in het 5de tot 8ste jaar, ontdekt men een' scheeven draai; er wordt aan een' mogelijken val of verzwikking - hetgeen toch wel onder de zeldzame gevallen behoort - gedacht, maar niet aan de ijdele glorie van een fraai uitgedost kind, in de vierde week van zijn' leeftijd zoo snugger reeds regtop zittende op bakers arm in de kraamkamer of op de wandelingen! Wel spelt men eene luijer heel vast om het lijfje; maar, dit moge een hulpmiddel zijn, het kan de wervels tusschen de schouderbladen en nek niet genoegzaam ondersteunen. Ook zou tegen het stijve inspelden wel iets in te brengen zijn, aangaande de ademhaling, den vrijen omloop van het bloed, de verrigtingen der ingewanden, enz. Zeker althans mag het vastgesteld worden, dat het kind, vóór de eerste drie à vier maanden ten minste, niet in eene opgerigte houding behoort te zitten. Deze schadelijke houding belette het ouderwetsche bakeren en vaststrikken op een kussen, hetgeen, zoo dit op eene overdreven stijve wijze geschiedt, zeker ook zijne zwarigheid heeft; echter was de houding liggende, en hierdoor boven de nieuwerwetsche te verkiezen. De Amerikaansche vrouwen houden hare jonge kinderen, gelijk de Fransche, liggende op den arm. De eersten kleeden ze zeer los, en dit kan bij die gewoonte geen kwaad; de laatsten bakeren ze, waar de Engelsche moden niet doorgedrongen zijn. Dat de eerste inrigtingen
voor de gebrekkig opgroeijende jeugd in Frankrijk zijn daargesteld, is niet aan de meerdere noodzakelijkheid hiervan daar te lande toe te schrijven, maar aan de vindingskracht van een' industrieuzen