Indiaansche vogelnesten.
Het is bekend, dat de nesten van zekere soort van zeezwaluwen in Oostindië en in China voor een kostbaar lekkerbeetje gehouden worden, en alleen op der rijken tafel komen; zelfs de Europesche tafelweelde heeft dit artikel binnen haar bereik gebragt. Deze nesten bestaan uit eene slijmige of geleiachtige stoffe, die de vogel, naar het schijnt, uit zijne maag hervoortbrengt; en men meent, dat hij zich alleen met waterïnsekten voedt, die hij aan het strand opzoekt. De nesten zijn aan rotsen vastgehecht, die den golfslag hebben te verduren, en derzelver bemagtiging gaat alzoo met vele moeite en groot gevaar verzeld. Driemaal 's jaars worden ze van daar weggehaald. Gelukkig hij, die eene nestrots zijn eigendom noemen mag: want het is eene kostelijke bezitting, die niets van onderhoud kost en veel gelds opbrengt. Er zijn echter nestdieven, en rotsen in zee zijn bezwaarlijk te bewaken. De koudbloedige Chinezen, die op krachtig voedsel zeer gezet zijn, verbeelden zich, dat deze zwaluwnesten ongemeen versterkend zijn; maar de Europeërs, op grond van genomene proeven, zijn niet van deze meening. Versch zijnde, is de stoffe verhittend, en veelligt ook als geneesmiddel bruikbaar; maar de Chinees gelooft stijf en vast, dat de nestkost hem tot eenen herkules maakt. Ook is de handel in deze zonderlinge waar, die echter, even als alle andere Indische voortbrengsels, vervalscht wordt, op de Sundasche eilanden geheel in handen van de kooplieden dier natie. In den omtrek van Batavia zijn twee, aan zulke nesten zeer rijke rotsen, Calappa-Nongal en Sampia. Opmerkelijk is het, dat, hoewel de beide rotsen niet zeer verre van elkander gelegen zijn, de nesten van Sampia driemaal meer waarde hebben dan die van
Calappa-Nongal; terwijl die, welke van de kleine eilanden ten oosten van Bornee komen, nog veel hooger geschat worden. Batavia is de stapelplaats voor dit handelsartikel. Vóór dat de bergbewoners van Java op de nestïnzameling uitgaan, slagten zij