Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830(1830)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 403] [p. 403] Aan eene bedroefde moeder, bij de wieg van haar gestorven kind. Moeder, die uw teeder hart Voelt verscheuren door de smart! Niet te zeer u neêrgebogen. Droeve moeder! droog uwe oogen; Wend, o wend dat schreijend oog Niet zoo grafwaarts, maar omhoog! Ginds, van waar het zonnelicht Naar ons af zijn stralen rigt, Woont de Heer van dood en leven, Die u 't wichtje had gegeven, En nu, naar Zijn' wijzen raad, Zijn verlies betreuren laat. Zou die Vader, wiens bestuur Ieder wezen der natuur, Naar Zijne onverwrikbare orden, 't Geen hem goed is, laat geworden, Eer het nog zijn beden uit, Falen in Zijn wijs besluit? Neen, o moeder! schrei niet meer! Kniel nog eens bij 't wiegje neêr; Druk nog eens uw pand aan 't harte, En beperk dan uwe smarte; Sta dan aan het stille graf 't Lieve telgje moedig af! Aan het graf? Neen, moeder, neen! Staak, o staak uw droef geween! Hebt gij 't lijkje 't graf gegeven, Troost u; want uw kind blijft leven. Zié omhoog! In hooger kring Zweeft het, als een hemelling. Ja, daar leeft het, boven 't lot, Bij uw' Vader, bij zijn' God; Ziet meêwarig uit die kringen Op ons lot, als stervelingen; En ook dáár vergeet het niet, Dat 't een moeder achterliet. [pagina 404] [p. 404] 't Ziet u, troostvol lagchend, aan; 't Ziet u bij zijn lijkje staan; 't Ziet, hoe, met beschreide wangen, Hier uw blik aan 't stof blijft hangen, Hoe gij noode van hem scheidt; 't Ziet, hoe diep bedroefd gij zijt. Moeder! ja, uw zalig kind, Dat gij nog zoo teêr bemint, Dankt u voor die liefde en zorgen, En, schoon voor het oog verborgen, Zweeft het dankend om u heen: Moeder, staak dan uw geween! Vraagt gij, waar gij in uw lot Troost zult vinden? - O! bij God; Bij uw' Heiland, die op aarde Kindren om zich heen vergaarde, En hun allen de eeuwigheid, Als hun deel, heeft toegezeid. h.p. kretschmer. Vorige Volgende