Zonderling gebruik in servië en het hedendaagsche Griekenland.
(ranke, Die Serbische Revolution. 1829; verg. met gerhard's Wila. 1828.)
Bij aanhoudende droogte wordt, in Servië, een meisje, ongekleed, met gras, kruiden en bloemen zoodanig omwikkeld, dat men zelfs van haar gelaat bijkans niets ontwaart. Zij vertoont alzoo eene soort van wandelende weide, en gaat van huis tot huis rond; zij heet de Dodole. Zinnebeeldig gelaat zich elke huisvrouw, alsof zij een' emmer waters over haar uitstort. Hare medgezellinnen zingen een gebed om regen; en men houdt het algemeen daarvoor, dat zulk een lied de wolken haren togt doet verhaasten, en, om hetzelve, de druif en het graan zal bevochtigen.
Ook in Griekenland vindt men hetzelfde gebruik. Wanneer het tijdens de zaaijing in geene 14 of 20 dagen geregend heeft, verzamelen zich de dorpelingen, of ook der steden, en doen, onder voorgang des priesters en het ronddragen van gewijde beelden, eenen plegtigen omgang, terwijl zij God om regen smeeken en de priester de kerkgebeden leest. Somwijlen ook komen, in dorpen of steden, de kinderen van 7 tot 12 jaar bijeen; een knaapje of meisje van 8 à 10 jaar wordt dan uit hun midden gekozen, hetwelk daarop door de anderen naakt uitgekleed, en met kruiden en bloemen van het hoofd tot de voeten bedekt en opgesierd wordt. Zulk een kind noemt men Purpurina. Met hetzelve aan hun hoofd, gaan zij na in de huizen, terwijl zij een liedje, de bede om regen bevattende, zingen; en elke huisvader of moeder giet over het hoofd der Purpurina een kroes waters uit, ten zin-