Geschiedenis van de Geloofsbelijdenis der Protestanten, op den Rijksdag te Augsburg in het jaar 1530 overgegeven. Door H.W. Rotermund, Pastor prim. aan den Dom te Bremen, Theol. en Phil. Doctor. Uit het Hoogduitsch. Te Deventer, bij J. de Lange. 1829. In gr. 8vo. VIII, 213 bl f 2-25.
‘Het is een dringende eisch onzer dagen’ (Voorb. IV) ‘- die door de polemische houding, in welke Katholijken en Protestanten steeds meer tegen elkander treden, ontwijfelbaar geregtvaardigd wordt - dat elk, die tot de Evangelische kerk behoort, en aan haar aanwezen en hare bedoelingen een levendig aandeel neemt, zich met hare stichting, haren bouw, den zin harer instellingen en hare innerlijke en uiterlijke regtmatige betrekkingen bekend make.’ Bij de viering van het driehonderdjarig feest in de Luthersche Gemeente zal wel niemand het overbodig keuren, dat over de Augsburgsche Confessie, en hetgeen met dezelve middellijk of onmiddellijk in verband staat, in zamengedrongene kortheid, zonder iets gewigtigs over te slaan, het noodige wordt medegedeeld. Dit is het oogmerk van rotermund met de uitgaaf van dit geschrift. Uitvoerig was deze Geschiedenis door anderen behandeld. Doch de werken dier Schrijvers zijn te wijdloopig of niet verkrijgbaar. Naar de behoeften van den tijd heeft rotermund dit werk ingerigt. Ook met de vertaling is dit eveneens het geval. Niet enkel de 25 Junij, de geheele stemming van Roomschen en Protestanten doet behoeften gevoelen, die te voren, bij mindere spanning, niet gekend, nu algemeen erkend worden, en bij Protestanten wel iets goeds zullen achterlaten.
In 45 paragraphen behandelt rotermund zijn on-