De beide Vlaggen, Dichtstuk, door Mr. J. de Kruyff. Te Heerenveen, bij F. Hessel. 830. In gr. 8vo. 9 Bl. f :-30.
Fecit indignatio versus (Mijne verontwaardiging vervaardigde deze dichtregelen) is het motto van dit vaderlandsch gedicht, welks schrijver verstoord was geworden door een Artikel in het oproerblad Le Courrier des Pays-Bas, van den 28 Aug. l.l., waarin huichelachtig de wensch werd uitgedrukt, dat de Brabandsche vlag, zijnde de roode, gele en zwarte, in plaats van de Nederlandsche met roode, witte en blaauwe waterpaslijnige strepen, de Nationale vlag mogte worden. De Heer de kruyff stelt de roemrijke vermaardheid onzer driekleurige vlag, tegen de onbekendheid, of alleen schandelijke bekendheid der Brabandsche vlag, gelukkig over. Op woordschikking, enz. zouden welligt aanmerkingen te maken zijn; doch dergelijke stukjes, in haast, en meer uit vaderlandsliefde dan roemzucht opgesteld, behooren uit geen al te streng critisch oogpunt te worden beoordeeld. De gang van het stuk is dichterlijk, de uitdrukking edel en krachtig, en het doel loffelijk. Het strekke tot aanwakkering van vaderlandsliefde en burgertrouw, en vinde vele koopers en lezers! Tot aanbeveling geven wij hier de twee laatste coupletten:
Neen! volkren van de zeven landen,
Die eens uw vrijgevochte handen
Vereenigdet in Utrechts wal,
Neen! gordt het wraakzwaard om de lenden
En stort u op der muiters benden,
Eer Neêrland spoedt ten wissen val!
Dan moogt gij, strijdend, vrij bezwijken,
Uw standaard zal met eer toch prijken