Inleiding tot de ware Wijsheid, naar het Latijn van J.L. Vives. Te Leyden, bij de Wed. D. du Saar. 1829. In kl. 8vo. 79 Bl. f :-60.
De geleerde joannes ludovicus vives, een Spanjaard van geboorte, doch die als Hoogleeraar te Leuven en als Leermeester van karel den V een goed deel van zijn leven hier te lande gesleten heeft, alwaar hij ook in 1541 overleden is, schreef, onder vele andere werken (welke gezamenlijk te Bazel in twee folio deelen uitgegeven zijn), deze Inleiding tot de ware Wijsheid. Ruim honderdvijftig jaren later werd dit werkje in de Nederlandsche taal overgebragt. ‘Wij hebben, (zegt het Voorberigt van dezen nieuwen druk) bij gebrek van 't oorspronkelijke Latijn, de oude vertaling ten grondslag gelegd, en dezelve, zoo door weglating, als door bekorting of verschikking, naar ons beste inzien, naar de behoeften des tijds en der taal gewijzigd, waar zulks noodig en nuttig scheen.’
Het werkje is in 14 Hoofdstukken afgedeeld, welke gezamenlijk een vierhonderdtal zedelessen, spreuken, leefregels en opmerkingen inhouden. Er is, naar ons oordeel, veel goeds in; maar ook veel, 't welk, in onze dagen althans, gemakkelijk kon gemist worden. De Latijnsche kleur, die er sterk, ja te sterk in doorstraalt, geeft aan den stijl iets stijfs en onnatuurlijks. Voor een meesterstuk houden wij het boeksken evenmin, als wij er de groote praktische nuttigheid voor onzen tijd van inzien. Wij kunnen ons echter in 't algemeen vereenigen met hetgeen in het slot van het Voorberigt gezegd wordt, ‘dat het den Schrijver in een beminnelijk daglicht plaatst, en, den verstandigen en zachtmoedigen geest van zijn' beroemden tijdgenoot erasmus ademende, ook nu nog waardig is om gelezen en betracht te worden;’ ofschoon wij hierbij tevens moeten opmerken, dat, daar wij niet weten, wat de eerste Vertaler en de nieuwe Uitgever er zoo al uitgelaten hebben, het thans geenen maatstaf oplevert, om de geheele denkwijze van den Schrijver met juistheid te kennen en te beoordeelen.