van eenen duurzamen witten steen, bekend onder den naam van pierre de Rochefort, hoog vier ellen tweeëndertig duim, de pedestal medegerekend, die van Escoscijnschen steen gemaakt is, waarin aan de vier zijden deze inscriptiën gebeiteld zijn:
Ter Nagedachtenis Van Jacob Cats.
Geboren Te Brouwershaven 1577.
Overleden Te 's Gravenhage 1660.
Is Dit Standbeeld In 1829 Opgerigt.’
De Feestrede schetst ons de verdiensten van cats als Mensch, en meer bijzonder als Dichter. Zij is in eenen warmen en hartelijken toon vervat. Vooral wordt het echt godsdienstig en zedelijk karakter, zoo van cats zelven als van zijne Gedichten, in een schoon en waar daglicht gesteld. De Redenaar had voorzeker met eigenaardige zwarigheden te worstelen, waarvan geene der minste waren, dat er over cats zoo veel te zeggen valt en reeds zoo veel en zoo veel schoons gezegd is. Het kort bestek eener Redevoering liet hier geene eigenlijk volledige behandeling toe; en, na al hetgeen door de bosch, feith, siegenbeek, de vries, van kampen en anderen over de dichterlijke verdiensten van cats geschreven is, viel het moeijelijk, iets nieuws van hem te zeggen. Men verwachte dan ook noch het een noch het ander in de weinige bladzijden, die aan het onderwerp gewijd zijn. Niettemin, als Feestrede beschouwd, lazen wij het stuk met genoegen. Kan hetzelve al geene aanspraak maken op eenen schitterenden stijl, op heerlijke en wegslepende denkbeelden, men zal, het doel in het oog houdende, waartoe hetzelve bestemd was, gaarne toestemmen, dat de Eerw. vetten zijne taak op eene gepaste en loffelijke wijze heeft vervuld.
De Feestzangen, door den Heer h.w. laurentius vervaardigd en uit slechts weinige coupletten bestaande, voldeden ons bij uitnemendheid, om derzelver edele eenvoudigheid.
Eene fraaije gravure, voorstellende het Standbeeld van cats, versiert dit werkje, 't welk wij aan alle vereerders van dezen grooten Nederlander aanbevelen.