sais zich, even als in zijne verachting van andere groote mannen, van de minst voordeelige zijde vertoont), van zijnen stijl, van zijne verdiensten en gebreken, van zijne armoede aan grondige, wijsgeerige kennis, en van zijn stelsel. De drie hoofdpunten van hetzelve, physiologie, pathologie en therapie, worden in derzelver bijzonderheden nagevorscht.
Dat deze leer treft door eene verleidelijke eenvoudigheid, door het beperken van de anders zoo uitgebreide en bezwaarlijk te verkrijgene kennis van de materies medica; dat zij vooral door trage en ook door ligt vervoerbare verstanden in allen deele is aangenomen, willen wij niet tegenspreken: maar dat zij aan de taal der wetenschap zoo veel meer naauwkeurigheids zou hebben gegeven; dat zij de oorzaak zou zijn eener meer wijsgeerige beoefening der Geneeskunde in Frankrijk, is op zijn minst twijfelachtig. Minder twijfelachtig is het, dat zij blinde en domme navolgers heeft gehad, en dat de praktijk door dezen, op de wijze van Dr. sangrado, met bloedaftappen en laauw water wordt uitgeoefend.
De tegenwerpingen, welke de Schrijver aanvoert, hebben betrekking op de schrale en hoogst gebrekkige physiologie, op de eenzijdige pathologie en even eenzijdige behandeling van den stichter van het nieuwe leerstelsel, en zijn doorgaans zeer juist en gegrond.
Doch bovenal van gewigt voor de kennis van 's mans karakter zijn de winderige, overdrevene opgaven van den gelukkigen invloed op het afnemen der sterfte in het Hospitaal Val de Grace, welke in de Revue médicale als volkomen valsch worden ten toon gesteld. Hij beweert, slechts één' zieke van de 30 te hebben verloren; daar het uit de opgave van zijnen kweekeling, den Heer roche zelven, blijkt, dat hij één' zieke van de 13 of 14 verloren had, d.i. meer dan zijne ambtgenooten. Wij willen alleen hieruit het gevolg trekken, dat men op de waarheidsliefde van broussais juist niet veel staat kan maken. Nu volgt eene vergelijking van dezen met brown en rasori, die tot walgens toe in al de