Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830

De Maltheser Ridder, of Hartstogt en Heldenmoed. Een Verhaal uit de laatste helft der XVIIde Eeuw. Uit het Hoogduitsch van C.F. van der Velde. Te Amsterdam, bij J.M.E. Meijer. 1829. In gr. 8vo. 295 Bl. f 2-40.

De woelige gebeurtenissen van onzen leeftijd hebben, zoo het schijnt, ook op de zamenstelling der hedendaagsche romans invloed gehad, en de sentimentele geschiedenissen voor een groot gedeelte derzelver rang doen afstaan aan verhalen, die zich met ernstiger gebeurtenissen bezig houden. Ridderromans en romantische tafereelen uit de geschiedenis trekken thans het meest de aandacht tot zich, en vallen het meest in den smaak; getuige de toejuiching, welke aan walter scott en anderen, die in dien trant werkzaam zijn, te beurt valt. Van eene andere zijde beschouwd, is de smaak, die er heerscht omtrent romans, al dikwijls de tegenhanger van den toestand der lezers. In het laatste der vorige eeuw, het tijdperk der omwentelingen en omwentelingsoorlogen, waren de Nouvelle Heloise, Werther en Siegwart in de mode, en thans, nu diplomatie en handelsbelang alles beslissen, leest men met vermaak de tooneelen uit het woeste leven der middeleeuwsche Schotlanders, en hetgeen spindler en van der velde uit de geschiedenis der 16 en 17de eeuw, in eenen romantischen dos getooid, aanbieden. De aangename begoocheling der romans schijnt dus voor een groot gedeelte hare kracht te ontleenen van het verschil, hetwelk er bestaat tusschen de gesteldheid der werkelijke wereld en van dien toestand, welken de roman schildert. Tot nog toe hebben wij bij de ruiling geene schade gehad, en mogt er al door het nieuwe geschrijf eene Ridder-manie ontstaan, zoo hopen wij, dat een andere cervantes door eenen nieuwen Quichot dien brand zal blusschen.

[p. 599]

Wij zouden vreezen, ons tegen den heerschenden smaak des tijds te bezondigen, indien wij eenen roman met zulk eenen veelbelovenden titel en vignet niet gunstig aankondigden. Gelukkig daarom, dat wij, als eerlijke Recensenten, denzelven dan ook gunstig kunnen aankondigen. Aan eene dorre schets van het verhaal zou onze lezer weinig hebben; maar wij kunnen hem verzekeren, dat hij zijn hart hier kan ophalen aan het enteren van Turksche galeijen, bestormingen van vestingen en ridderlijke tweegevechten, aangenaam afgewisseld door minnarijen, bruiloft en avonturen uit den Harem van den Grooten Heer. De karakters zijn levendig geteekend en goed volgehouden, dat van flamming, den held des verhaals, edel, en allezins waardig, om in dit werk op den voorgrond te staan. Zoodat wij niet schromen, dit werk te rangschikken onder de zoodanige, die geschikt zijn, om aan ons lezend publiek eene aangename en nuttige tijdkorting te verschaffen.