herstelbaar ongeluk zou vervallen zijn. Nu wanhoopt hij aan alle menschelijke deugd, vooral aan braafheid en trouw bij meisjes van welken stand ook, en zou zijn leed met de verharding van eenen menschenhater hebben getorscht, of door de verstrooijingen van den ongehuwden lichtmis getracht hebben hetzelve te verbannen, ware het niet, dat zijn edele vriend julius, die, met zijne brave en verstandige tante adelaïde, hem reeds tweemalen had gered van een ongelukkig huwelijk, hem eerst tot een nuttig werkzaam leven in den middelstand had geleid, en eindelijk medewerkte, om hem te vereenigen met het meisje, hetwelk zijn beter gevoel reeds lang eeniglijk had gekozen, maar van hetwelk zijne vooroordeelen, zijne ijdelheid en ligtzinnigheid hem te lang hadden verwijderd; en maria heeft, als gelukkige echtgenoote van augustus, die nu van zijne dwalingen teruggekomen was, het zich nimmer beklaagd, dat zij hem zijne feilen eenmaal heeft vergeven.
Ziet daar het hoofdzakelijk beloop van dit verhaal. Welk is nu ons oordeel over het werk? Wij willen deszelfs mededeeling aanvangen met die aanmerkingen, zonder welke wij meenen deszelfs lezing niet te mogen aanbevelen. Wij wenschten, namelijk, in de eerste plaats, en deze aanmerking geldt vele werken van smaak van onzen tijd, de deugd hier niet enkel door die beweegredenen aangeprezen te zien, welke alleen op de eigenliesde invloed kunnen uitoefenen. De verstandhouding met de voormalige kamenier van zijne moeder, en zelfs die met eene gehuwde vrouw, worden augustus zoo zeer niet als zedelijke overtredingen aangerekend, maar meer ten toon gesteld als dwaasheden, omdat zij hem beneden zijnen stand doen nederdalen, of hem blootstellen aan de ruwe verguizing des minnenijds eener onbeschaafde vrouw. Wij vinden dan ook bij den held des verhaals wel spijt over begane dwaasheden, maar geen berouw over zedelijke overtredingen. Wat wordt er van de beoefening der deugd, indien zij ons enkel door ons tijdelijk eigenbelang wordt aanbevolen? Zeker iets geheel anders, dan die hooge trap van zedelijkheid, waartoe de liefde voor de deugd zelve, zonder hare gevolgen in aanmerking te nemen, den mensch kan verheffen. Maar daarenboven, beschouwen wij zelfs de misstappen van augustus enkel als dwaasheden, dan willen wij den jongeling, wien dit boek in handen komt, toch gewaarschuwd hebben, dat in de werkelijke wereld zelfs de dwaasheden zich zoo gemakkelijk niet laten herstellen, als dit verhaal schijnt te leeren. Dat een verkwist vermogen zoo spoedig, en dat wel door windhandel, weder verkregen wordt, is eene zeldzaamheid; maar dat zulk eenen windhandelaar ook tevens de voorzigtigheid aanwaait, om het gewonnene te bewaren en verstandig te genieten, is eene nog grootere zeldzaamheid. Ook zullen onze jonge lezeressen het ons, hopen wij, wel ten goede willen afnemen, wanneer wij haar verzekeren, dat de bekeerde lichtmis bij lange
na niet altijd zulk een goed echtgenoot is, als maria het geluk heeft in au-