onze taal is dat van den Hoogleeraar ypey, in 1811 te Amsterdam bij w. van vliet uitgekomen, onzes erachtens, het meest praktisch bruikbaar. Wij weten niet, of hetzelve reeds is uitverkocht (in welk geval wij eene nieuwe oplage zouden verlangen), maar het komt ons voor, dat hetzelve aan alle de vereischten van een goed Handboek voldoet, althans door geene betere tot heden toe vervangen is. Het boven aangekondigde zouden wij, om verschillende redenen, aan dat van Prof. ypey achterstellen. Want vooreerst heeft de laatste, na in eene gepaste Inleiding of Voorrede over de orde en verdeeling der Geneesmiddelen gehandeld te hebben, vóór elke klasse, van welke gehandeld wordt, de algemeene aanwijzingen en tegenaanwijzingen voorafgezonden; vervolgens heeft hij ook van de vervalschingen gewag gemaakt, en eindelijk tevens van de bereidingen en zamengestelde middelen, zoo als die in de, toen gebruikelijke, Bataafsche Apotheek, later door de, naar ons oordeel, in waarde mindere Belgische vervangen, gevonden werden; welk alles in deze Materies Medica grootendeels is achterwege gelaten.
Bij de Ipecacuanha misten wij de vermelding van derzelver zamentrekkend vermogen; bij de Digitalis derzelver invloed op den polsslag.
Op sommige plaatsen is het bovengenoemd Handboek van ypey woordelijk uitgeschreven. Men vergelijke b.v. hetgeen aldaar voorkomt over den vluggen olieachtigen geest (spir. salis volatilis oleosus, of den spir. aromat. ammoniac. Pharm. Bat.) bladz. 177 met bladz. 44 en volg. van deze Handleiding. Wanneer men de anthelmintica en emmenagoga in beide geschriften vergelijkt, zal men almede eene zonderlinge overeenkomst aantreffen, zoo zelfs, dat men het vermoeden niet van zich weren kan, dat de Schrijver der Handleiding, die wij thans beoordeelen, het Handboek van ypey gedurig voor zich gehad en geëxcerpeerd, en daaruit hoofdzakelijk zijn boek vervaardigd heeft; een vermoeden, dat bij het voortle-