Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830
(1830)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 414]
| |
siën naar den geest van dezen tijd, bl. 1-34. II. Middelen, ter bevordering van het doel der Hoogescholen, bl. 35-56. III. Middelen, ter bevordering van naarstigheid op de Nederlandsche Hoogescholen, bl. 57-77. Deze Opmerker is de gezonde deelen met stilzwijen voorbijgegaan, om zich alleen met de zieke op te houden, Voorber. bl. IV. Dat is goed en wel. Maar hij brengt ook het gezonde onder de kuur, en wil bijna alles van zijne plaats zetten. Onze inrigtingen, die, als menschelijk werk, voor verbetering vatbaar blijven, zijn zoo kwaad niet, als men schreeuwt. Onze Jongelingschap, welke de Akademie verlaat, kan, over het algemeen, met de buitenlandsche wel monsteren. Dit bewijst wel niet, dat men nu bij het oude moet blijven; maar het zegt ons toch, dat wij niet alles nieuw moeten maken. Een Wondarts handelt wèl, wanneer hij, om de zieke deelen te herstellen, het gansche ligchaam aan zijne kuur onderwerpt; maar een Geneesmeester zou zeer zeker tegenwerking ondervinden, wanneer hij om éénen zieke al de gezonden in betzelfde huis aan denzelfden leefregel binden wilde, tot dat alles gezond is. Deze Opmerker schijnt ons toe, eer de Geneesmeester, dan de Wondarts te zijn. Hieruit kan men nagenoeg zien, wat, naar onze gedachten, 's mans Vertoogen kunnen of zullen uitwerken. |
|