Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1830
(1830)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
Aan de Belgen; Gedicht door J.J.F. Wap, Koninklijke-Militaire-Akademie-leeraar enzv. Naar het Latijn. Te Utrecht, bij N. van der Monde, en te Breda, bij F.P. Sterk. 1830. In 8vo. f :-50.
| |
[pagina 367]
| |
op den titel, dat hij Leeraar is aan de Koninklijke Militaire Akademie (te Breda). Het Latijn is vrij gelukkig overgebragt; en dat Latijnsche stuk verdient allen lof. Cimmerias revocare cupis, male sane, tenebras,
Frugibus et glandem praeposuisse bonis.
is, wat den laatsten regel betreft, vertolkt door: Wat kiest ge u akonijt voor levenvoedend ooft?
Getrouwer zou het zijn:
Wat kiest gij eikels voor verfrisschend boomgaardooft?
Wijders: Geboefte in 't Ordekleed, ô hoon, naar Jezus' Naam.
.
Liever, met zeer kleîne verandering, aldus:
.
Dit is beter in het metrum, en het rhythmus blijft levendig genoeg. - en 't walglijkst Bijgeloof
In Godsdienst ['s] keurdosch praait -
Dit zal moeten zijn:
In dosch der Godsdienst praalt.
En in uw bastertbloed den Oproerhydra temt.
Lees: de slang des oproers, of des oproers hydra, temt. Dan zal, waar Groete's licht, Erasmus' zon moet zinken,
Malagridaansch gespuis in oosterglanspracht blinken.
Beter: Malagridaansch gespuis in morgenglansen blinken.
Dit zij hiervan genoeg; wij gaan over tot No. 2. De Heer marchant heeft aan de Latijnsche Elegie in zijne Fransche vertaling eene meer satirische kleur gegeven, die er, vooral in het Fransch, niet kwalijk aan staat: het stuk blijft echter meer in den toon der Satira Tragica van juvenalis, dan in dien der Satira Comica van horatius. Libera gens tandem Belgâ sub Principe facta
Vix aliquo reputat munera tanta loco,
Seque putat fratres superare effrena Batavos,
Non nisi libertas quîs genuina placet;
Libertas, melius diuturno tempore docti,
Finibus arctatâ quâ dedicere frui. -
| |
[pagina 368]
| |
Sic pauper, subito factus de paupere dives,
Luxurie perdit vix bona parta brevi:
Tu quoque, Belga, cave tua ne male commoda perdas,
Artibus et propriis in tua damna ruas: etc.
Hiervoor heeft marchant, en dit is wel zeer vrij: D'un prince qui pour toi fonda la liberté,
Pourquoi méconnais tu la royale bonté?
Mieux que toi le Batave apprit l'art d'être libre;
La liberté lui plaît, mais dans son équilibre:
Son coeur, depuis long-temps, l'ayant su conquérir,
Sut aussi la borner pour la faire fleurir.
Il la perdit, hélas! en gagnant en puissance:
Dans sa grandeur brisée, elle a repris naissance.
Ah! crains de perdre, ainsi, par un cours inconstant,
Ce fruit, lent à mûrir, que flétrit un instant, etc.
En thans zullen wij nog een oogenblik stilstaan bij No. 3. - Dit stuk, als in 't algemeen aan de Nederlanders gerigt, stout en krachtig gesteld, historisch waar, en uitmuntend geversificeerd, bevalt Recensent nog beter dan de twee vorige, die buitendien slechts vertalingen zijn. Hoe treffend zijn deze verzen: Ach! voor één wit ontgloeid, en schot- en lotgemeen,Ga naar voetnoot(*)
Slaan Loyolisten en Godloochnaars hand in één;
En zoo 't hen niet gelukt zich een gezag te banen,
Als eens op Frankrijk woog, gevest in bloed en tranen,Ga naar voetnoot(†)
Brengt listig Bijgeloof het Ongeloof ten val;
Dan waait de kerkerlucht van 't lijdend Portugal
Ons eerlang tegen: straf- en martelvuren rooken,
En duivlen in den kap van monniken gestoken,
Verteren in den gloed van Martelaren-asch
De Grondwet, die hun snood bestaan ten masker was;
Daar 't tandenknersen van misleide oproerelingen,
van hun list, hun helsch triumslied-zingen
Verpoost, en ieder klaagt met afgepijnd gevoel:
‘De Vrijheid was uw leus, de Slavernij uw doel!’
Bl. 1 staat ten onregte: En lag hij diadeem en Vorstlijk purper af? Want, schoon de ongenoemde Dichter de spelen taalregels van bilderdijk volgt, maakt deze toch ook onderscheid tusschen leggen en liggen; men leze dus: En le! hij diadeem en Vorstlijk purper af? Over het algemeen genomen, is de strekking van al deze staatkundige stukjes loffelijk en heilzaam. Mogten eenmaal alle Nederlanders de handen ineenslaan, tot beteugeling aller woelgeesten, en ongeveinsde bevordering van de grondwettige vrijheid, die de beste steun is van den Koninklijken troon! |
|