tremens. Bijna ieder journaal bevatte waarnemingen van gelukkige genezingen, (de ongelukkig afgeloopen gevallen worden zelden opgegeven) en genoegzaam algemeen werd het opium als specificum geroemd. De geleerde Schrijver beklaagt zich niet te onregt over deze een zijdige behandeling, en houdt het, wegens de verwarring van begrippen, voor noodig, de zaak nader te onderzoeken en toe te lichten. Volgens hem is delirium tremens die ziekte, welke iemand slechts na langdurig misbruik van sterken drank aanvalt, zich bij voorkeur door afwijkingen van de hersen- en zenuwwerkingen kenmerkt, somtijds met, somtijds zonder koorts voorkomt, zich door groote neiging tot collapsus kenschetst, en slechts door een' kritischen slaap kan weggenomen worden.
De ziekte wordt in een acuut en chronisch, idiopathisch en symptomatisch, sthenisch en asthenisch delirium tremens verdeeld. Derzelver wezenlijke verschijnselen zijn: slapeloosheid, ijlen, en eene bijzondere, eigenaardige misleiding der zinnen. Den aard der ziekte beschouwt de Schrijver meer in congestie (vooral aderlijke), minder in ware ontsteking gelegen te zijn; welk gevoelen hij door de uitkomst der lijkopeningen tracht aan te dringen, die op eene overprikkeling der hersenen door het gestadig misbruik van geestrijke vochten henenwijzen, welke (gelijk hij zegt) in het begin zuiver dynamisch, eindelijk materiéle veranderingen in de hersenen voortbrengt; kunnende deze laatsten bij de bestaande ziekte aanwezig zijn, of niet. Meer duidelijke sporen van ontsteking zijn alleen aan het sthenisch karakter der ziekte eigen, in welk geval dezelve meer overeenkomt met phrenitis; terwijl het in andere gevallen nader grenst aan mania, tusschen welke beiden het, naar des Schrijvers oordeel, in het ziektekundig systema behoort geplaatst te worden. Wat lager wordt het bij eenen aanhoudenden roes vergeleken.
Aangaande de therapeutische behandeling berigt de Heer barkhausen, dat de ligtste graad van zelf door slaap wordt opgeheven; dat het echter gevaarlijk zijn zou,