nacht of handwerk verlagen, zich bij mogelijkheid ontslagen rekenen van het opdoen niet slechts van algemeene boeken-, maar ook van letterkundige kennis? Wij vertrouwen en hopen, dat geen hunner die vraag ontkennend zal beantwoorden; zelfs zij niet, wien het aan die, hun zoo zeer noodige, kennis nagenoeg geheel ontbreekt. Tot derzulken getal behoort gewisselijk niet de Uitgever, tevens Vertaler, van het in het hoofd dezes vermelde werk, welks nieuwe en geenszins duur gestelde uitgave van zijnen smaak getuigt; gelijk de welgeslaagde inteekening van het vertrouwen, door het publiek in hem gesteld, waaraan wij dan ook, uit erkentenis, voor elk deeltje eene waarlijk fraaije plaat, in stede van het beloofde vignet, te danken hebben.
De Duizend en één Nacht zullen wel aan weinigen onzer Lezeren geheel onbekend zijn gebleven. Terwijl, echter, sinds de laatste 25 jaren, in Frankrijk, Engeland en Duitschland, beroemde Geleerden wedijverden in volledige en prachtige uitgaven derzelven, moest onze landaard zich nog steeds behelpen met éénen, in 1755, in vier Deelen, gebrekkigen, niet eens half volledigen, en thans, in stijl en taal, geheel verouderden druk, die intusschen, bij gebrek aan een' beteren, nog altijd gezocht bleef; hetgeen den Uitgever dan ook aanleiding gaf tot het beproeven eener nieuwe, volledige en smaakvolle vertaling bij inteekening, bij welker bewerking inzonderheid de uitgaven van gauttier, habicht, von der hagen en schall zijn gebezigd geworden; zullende het laatste deeltje met een algemeen overzigt des geheelen werks, en eene nadere beschouwing en onderlinge vergelijking van elke vertelling, met invlechting der aanteekeningen van galland, j. scott, caussin, von hammer enz., waarnaar wij verlangend uitzien, sluiten.
Ons bestek verbiedt ons, meer van deze onderneming te zeggen, welke wij in de gunst onzer Landgenooten gaarne aanbevelen.