De Ilias van Homerus tot Model voor den Redenaar. In vier Redevoeringen. Door A.T. Beausar. Te Leiden, bij C.C. van der Hoek. 1828. In gr. 8vo. XVI en 155 bl. f 1-50.
De redenen, welke den Heer beausar aanspoorden, om dit boekje te schrijven, waren het denkbeeld, dat de Ilias tot model voor den Redenaar door niemand ooit opzettelijk behandeld is, dat hij nuttig konde zijn voor Studenten in de Godgeleerdheid en Regtsgeleerdheid, die door middel van deze Redevoeringen zich aangespoord zouden vinden om homerus te lezen en te herlezen ter beoefening der welsprekendheid, en hij meent, dat zijn arbeid ongepast noch onaangenaam zoude wezen in onze dagen, waarin men de Grieksche letterkunde zoo zeer behartigt, dat zij op den voorgrond van alle ware studiën gebragt wordt.
De inhoud der vier Redevoeringen is deze. Over de duidelijke, over de bevallige, en over de nadrukkelijke voordragt van homerus in zijne Ilias. Twee Redevoeringen zijn aan het bevallige gewijd. Wij hebben dezelve met genoegen gelezen, en durven ze gerust aan jongelieden aanbevelen, mits zij homerus zelven niet vergeten. De stijl en voordragt is onderhoudend en levendig, somtijds wat al te levendig, en, mogen wij het zeggen, hier en daar wat winderig, hetgeen men bij zijn model juist zoo niet vindt. De aanteekeningen verschaffen den lezer eene aangename verscheidenheid, en de schrijver toont daarin, dat hij doorgaans een goed oordeel in dit vak van studie bezit en met de beste geschriften over homerus bekend is. Met één woord, het werkje van beausar is van dien aard, dat wij voor ons er op toepassen het bekende gezegde: Indocti discant, et ament meminisse periti.