Bl. 62. Hier wordt verhaald, hoe gobel, Bisschop van Parijs, aan de balie der Conventie verscheen, en afstand deed van zijn Priesterschap. ‘Men riep van alle kanten den President toe, den broederkus aan den Bisschop van Parijs te geven. Sedert zijnen afstand, sprak de President, is de Bisschop van Parijs een redelijk wezen: ik ga gobel omhelzen.’ Dit redelijk wezen, in tegenstelling met gobel, levert hier geenen zin. Zoo wij ons niet bedriegen, zal er in het Fransch gestaan hebben: L'Evèque de Paris est un être de raison (dat is, een denkbeeldig wezen, een bloot denkbeeld, dus hier eene hersenschim) en dan volgt er zeer goed op: ‘Ik ga gobel omhelzen.’
Eindelijk leest men op bl. 65, dat men de Invalides zag liggen voor de altaren in het gesticht, 't welk zij aan den grootmoedigsten van onze Koningen te danken hadden. Dit zal nu toch wel een Fransche Koning zijn. Een Franschman kon hier alleen zeggen: de nos Rois.
Wij mogen het er dus voor houden, dat het werkje niet oorspronkelijk, maar slechts vertaald, of ten hoogste eene omwerking is van het een of ander Coup d'oeuil. Die lust heeft, om de Revue Bibliographique na te slaan, zal misschien wel op het spoor komen. Het is met dat al mogelijk, dat wij ons hierin vergissen: maar waarom dan niet, door een enkel woord op den titel, deze twijfelingen voorgekomen?
Twee der meest zinstorende drukfeilen (de correctie had in 't algemeen naauwkeuriger mogen zijn) willen wij hier verbeteren:
Bl. 34 spreekt de Schrijver van eenen Ordo recitandi divina officia, waarin de vijf jours complémentaires genoemd worden des Sansculottides, een Latijn enz. Lees: diës Sansculottides.
Bl. 35 leest men eenige regels uit de Phèdre van racine, onder anderen:
Achevez votre bureau: j'y consens, mais du moins.
Lees: votre hymen.
Ondanks deze aanmerkingen, welke slechts het uiterlijke betreffen, wenschen wij dit aangenaam en nuttig boeksken vele lezers en koopers, overtuigd dat niemand hunner zich zijnen tijd of zijn geld beklagen zal.