Verhandeling over de beste leerwijze op de Latijnsche Scholen. Door Mr. C.J. van Assen. Tweede Druk. Te Leyden, bij C.C. van der Hoek. 1828. In gr. 8vo. 116 Bl. f 1-:
In den jare 1817 schreef de loffelijke Haarlemsche Maatschappij der Wetenschappen de volgende vraag uit: Welk eene leermethode wordt op eene zoogenaamde Latijnsche School vereischt, ten einde niet alleen de oude Talen, met de beginselen der Geschiedenis, Fabelkunde enz., goed en grondig te onderwijzen, maar bijzonder ook, om der jeugd, door dat onderwijs, met den geest der oudheid te bezielen, tot alwat schoon en edel is te verheffen, en zoo tot het beoefenen van kunsten en wetenschappen wèl voor te bereiden? - Op deze vraag werden, indien ons geheugen ons niet bedriege, drie antwoorden ingezonden, en bekroond met verschillend metaal, die van den Heer van assen met goud. Het heeft menigeen, en ons ook, in die dagen verwonderd, dat slechts twee mannen, welke het onderwijs bij lange ondervinding kenden, hunne krachten aan het verklaren van dat onderwerp hebben beproefd. Welke daarvan ook de redenen mogen geweest zijn, dit is zeker, dat er vele onderwijzers waren, wier ervaring en voorbeeld, eenvoudig uiteengezet, het meest voldoende antwoord op bovengemelde vraag zouden hebben opgeleverd. Recensent had in dien tijd eenen waardigen onderwijzer zeer aangemoedigd, om mede naar den prijs te dingen; of liever, om het groote nut, hetwelk hij in zijnen kring stichtte, algemeen te verspreiden. De man antwoordde koeltjes: Variis modis bene fit. Goed doen gaat vóór mooi praten. Ik schrijf niet gaarne over mijne dagelijksche bezigheden.
De Verhandeling van den Heer van assen is in eenen net-