De Wetten op het Lager Onderwijs in het Koningrijk der Nederlanden geschiedkundig beschouwd als een eigendom der Noord-Nederlanders, en de geest en strekking dier Wetten opvoedkundig verdedigd, door P. de Raadt. Te Rotterdam, bij J. van Baalen. 1830. In gr. 8vo. 104 Bl. f 1-10.
Geestelijke Monopolie is lijnregt gekant tegen alles, wat de onregtmatigheid en onbevoegdheid dier monopolisten aan het licht kan brengen. Het Schoolonderwijs, te gelijk met de zuivering van den geestelijken Augiasstal door luther met goed gevolg ondernomen, is daarom vooral ook een steen der ergernis voor hen, die bij het branden van een flaauw lamplichtje de grootste voordeelen trekken. De Hervorming heeft aan het vaderlijk gezag de vrijheid gegeven, om het onderwijs wezenlijk te laten toedienen aan kinderen, die het voor zich, niet voor quasi-vaders (Jezuiten en dergelijke benden) behoeven.
Geen wonder dus, dat de herstellers van Nederlands burgerlijke vrijheid, door gepast onderwijs, ook de geestelijke vrijheid handhaafden, en dat zij, evenzeer voor de laatste, als voor de eerste, de nadrukkelijkste verordeningen op de geschiktste wijze gemaakt hebben. Dit werkje van de raadt wijst geschiedkundig aan, dat in Noordnederland, door Vader willem en vervolgens, als steun voor de onafhankelijkheid van den Staat, het volksonderwijs zeer wijselijk behartigd is geworden. Met volle ruimte prijzen wij dit boekje algemeen aan. Onderwijzers der jeugd, vrienden van het vaderland en allen, die niet gaarne onder geestelijke magt zuchten, zullen hun geluk, bij het lezen van dit werkje, naar waarde achten, en den Heer de raadt voor zijne genomene moeite bedanken. Men zal overal bevinden, dat hij