lem de vos, j. vosmaer, vossius (g.j., d en i s.), Vriesland,
Vriezen, Waal, j. wagenaar, l.j. wagenaar, Wageningen, Walcheren, wandelaar, wassenbergh, te water, Waterloo, Watervloeden (uitvoerig omtrent de jongste), wauters, van der werf (p. az. en de Schilder a.), wesseling (p.) wester, Westvriesland, Wijk bij Duurstede, g. wijnen, willem I, II, III, IV en V van Nassau-Oranje, Willemstad, d. willink, Winschoten, winter (n.s. van), j. en c. de witt, de Schilder jacob de wit, witsius (waarom niet de edele nicolaas witsen, de vriend en leermeester van peter den Grooten?), Woerden, Woudrichem, wouters (uitvinder van de tegenwoordige gedaante der masten), wijttenbach, ypey (n. en a.), Zaandam en Zaanlandsche Dorpen, Zeist, Zuid-Beveland, Zuid-Braband, Zuiderzee, Zuivelbewerking, Zwol en Zijpe.
Hoezeer wij deze Deelen met ongemeen veel genoegen doorbladerd, en daarin onder anderen de Artikelen tasso, Temperament, Utrecht, Valisneria, Vandalen, washington, Watervloeden, Watervrees, Wijsbegeerte, Zenuwen en Zenuwziekten en Zuid-Amerika zeer wel bewerkt vonden, zoo hebben wij toch ook eenige aanmerkingen. B.v. op het woord Talent; de Schrijver zegt daarvan, dat een Attisch 80 minen, en een Alexandrijnsch eens zoo veel bedroeg, doch een Egyptisch bedroeg (dus ook) 80 minen. Hier hapert natuurlijk iets, en daarenboven meenden wij, dat een Attisch talent zestig minen, elke van 100 drachmen, bedroeg. Tauris in Perzië mag ten tijde van chardin 350 moskeën en 250,000 inwoners gehad hebben; tegenwoordig zal het veel zijn, indien het een derde zoo veel bevat. Daarenboven is niet Tauris, maar Hamadan, veel zuidelijker, het oude Ekbatana. Het verhaal van tell (ten onregte hier eene fabel genoemd) kan niet door de Hanzesteden naar het Noorden zijn overgebragt; want het werk van saxo grammaticus is wel eene Eeuw vroeger dan het verbond der Hanze. Waarom staat in plaats van tomback niet spinsbek? Op het Artikel Unitarissen worden de Poolsche Broeders verkeerdelijk nieuwe Arianen genoemd. Het onderscheid tusschen de Arianen en Socinianen is zeer
groot: de eersten erkennen niet alleen het voorbestaan, maar ook de hoogste waardigheid van Gods Zoon, als uitgedrukt beeld en vertegenwoordiger der Godheid; de tweeden beschouwen hem als een bloot mensch,