Zeldzame soort van liefde.
(Een waar Voorval, ontleend uit de Gazette des Tribunaux, Nov. 1828.)
Voor het Hof van Assises der Cotes-du-Nord (St. Brieuc) verscheen onlangs eene dienstmaagd, met name francoise tardivel, als zoodanig sinds verscheidene jaren wonende bij de weduwe le voguer, pachtster, waar zij meer als eene vriendin dan als dienstbode werd bejegend. Dit meisje, alreeds niet jong meer, werd verliefd op den eenigen zoon van het huis, en schroomde niet, hem hare liefde te openbaren. Maar, zij werd afgewezen. ‘Wat kan ik doen, om u te behagen?’ vroeg hem françoise, op deze weigering: ‘Liefde baat niet; want gij weet, hoe zeer ik u bemin! Begeert gij misschien geld? Morgen zal ik het bezitten, en het aan uwe voeten nederleggen.’ Françoise wist, dat de geldelijke bezitting der weduwe besloten was in eene kast, van welke zij zich gemakkelijk den sleutel konde verschaffen. Hierop was men geenszins verdacht. Zij maakte zich meester van al het geld, ongeveer 1800 franken, en vernieuwde toen haar aanzoek bij allain le voguer. ‘Thans,’ zeide zij tot hem, ‘ben ik rijk, en gij zijt arm. Trouw mij; ik zal u gelukkig maken. Ik heb 1800 franken verstopt. Op den dag, dat wij van het altaar zullen wederkeeren, zal ik dezelve in uwe handen stellen.’ - Gedurende eenige dagen poogde allain de zaak in het vriendelijke te vinden met haar, die hem zulk een zonderling bewijs van hare liefde gaf. ‘Ik heb geen lust tot trouwen,’ zeide hij; ‘laat mij mijne vrijheid, en behoud, zoo ge wilt, 3 of 400 franken voor uzelve.’ Maar françoise, al meer en meer hartstogtelijk in hare min, wees dit aanbod met fierheid van de hand; alles of niets, was haar laatste woord. - Dit zeldzaam geval baarde opzien, en de weduwe le
voguer besloot in het eind, het meisje bij het geregt aan te klagen. Op den 22 October ll. werd zij verhoord, als beschuldigd van diefstal bij hare meesteres. Zij bekende terstond; maarniets was in staat, haarte bewegen tot het openbaren van de plaats, waar zij de 1800 franken had verborgen, verklarende zij, dat zij dezelve niet zoude wedergeven, dan op den dag, dat zij met allain uit de kerk zou zijn terugge-